Gear Fab 2014-(GF-272)
In de serie Psychedelic States is deze keer Maryland In The 60s uitgebracht en dit keer is dat een 2CD geworden met daarop totaal 54 nummers.
Verscheidene bands staan me t meer dan 1 song op de CD, maar van de meesten staat er maar een enkel nummer op.
CD 1 start met The Henchmen uit de omgeving van Chevy Chase en Silver Springs, die in 1967 een proef persing van het nummer "Get Off My Back", een lekker in het gehoor klinkende garagerock song, in de Edgewood Recording Studio te Washington opnamen.
The Looms uit de buurt van Wheaton maakten in oktober 1966 de single "I Have Never Seen Snow" / "It's True", een swingende beat song in de stijl van de Britse bands en hun single werd door het Montgomery label uitgebracht.
In augustus 1968 verscheen de single "You're Gonna Be Mine Now" / "Please Don't Go", een prachtige ballad, van The Second Hand Bitter Sweet uit Bainbridge en in 1970 bracht The New Diablos uit Baltimore hun single "I'm Fake" / "Tangerine Guides", een heerlijke mix van garagerock en pop, via het Fayette label uit.
Uit Oxon Hill kwam de band The Dragenites, die in februari 1966 "Poison Ivy" / The Fugetive", een swingende beat song uitbracht via het Heigh-Ho label en in maart 1965 hun single "Now That's Summer's Gone" / "I Don't Want To Try It Again", een aanstekelijke swingende beat song, door het Pixie label uitgebracht zagen worden, terwijl ook de single "Now That's Summer's Gone" in september 1965 opnieuw uit werd gebracht door het Heigh-Ho label alleen nu met "I'm Gonna Slide" als achterkant.(zie CD 2)
The Marauders kwam uit noord Baltimore en werd in het voorjaar van 1964 op high school opgericht, waarna de band, na enkele bezettingswisselingen, eind 1965 een demo in een oplage van 20 stuks uitbracht, waarvan "Hey Little Girl", een prima rustige pop song is, die hier en daar overstuurd klinkt en "Something For You" op de andere kant staat.(zie CD 2)
Het Laray label bracht in februari 1968 de single "All I Want Is My Baby Back", een schitterende mix van rhythm & blues en garagerock, van Piece Kor uit Bel-Air uit, die "Words Of The Raven" als achterkant had.(zie CD 2)
Uit Hagerstown kwam The Smacks, die in oktober 1965 de single "Say You'll Be Mine" / "I've Been Fooling Around", een mix van rhythm & blues en beat, via het Alear label uitbrachten.
The Koffee Beans uit Baltimore kwam voort uit The Henchmen en maakte in 1970 de single "All My Life"(zie CD 2) / "Been A Long Time", een geweldig lekkere progressieve beat song, die via het Format label verscheen.
"Only Your Love (Will Save Me)" / "Psychedelic Ride", een uitstekende garagerock song, van The Ides, verscheen in 1967 via het Ken-Dell label en "Stop Your Sobbin'" / "Letters Of Love", een mooie pop song uit juli 1965, gemaakt door The Creatures uit Oxon Hill, kwam via het Jet Set label uit.
Vermeldenswaardig is nog, dat de band oorspronkelijk uit Rome, New York kwam en verhuisde naar Oxon Hill en drummer Rocky Isaac in de gelederen had, die later in the Cherry People en the Fallen Angels ging drummen en met Jimi Hendrix in 1969 speelde.
The Juveniles uit Oxon Hill / Hillcrest Heights brachten in mei 1969 via Zap de single "What Could I Do" / I Wish I Could", een lekker in het gehoor klinkende pop song, uit.
In juli 1966 verscheen via Mike Records label de single "Let Us Be Young" / "Shadows", een uitstekende licht psychedelische beat song, van Attic Sounds uit Silver Springs en The Invaders uit Cumberland maakten in april 1966 de nummers "Why I'm Not The One" en "Little Latin Lupe Lu", een lekker klinkende en veel gecoverde song.
The Limits kwam uit de streek Odenta-Severn en maakte in maart 1966 de single "Trio Around The USA" / "I Want You All The Time", een prima rhythm & Blues song, die door het Dome label werd uitgebracht en The Urch Perch uit Baltimore maakte het onuitgebrachte, maar fantastische garagerock nummer "Sweet Life" in 1968.
"Cumberland Railroad" klinkt als een theater song en werd in 1967 door Tomorrow's People uitgebracht via het Bowmar label met "The Time Of The Year" als achterkant en Bob Brady & Con Cords uit Baltimore maakte in 1969 de single "People Stay" / "Savin' All My Love For You", een swingende soul song, voor het Chariot label.
The Executioners uit Accokreek lieten hun single "Haunting My Mind" / You Won't Find Me", een uitstekende pop song, via het Vermillion label verschijnen en Cherry Pink Reason uit Landover maakte in oktober 1968 "Carousel Of Dreams" / "In The World Of Our Own", een swingende garagerock song, voor het Tri Con label,(zie CD 2) terwijl Sodom & Gomorrah in 1966 via het CEI label de single "Twenty Miles" / "Flower Children", een schitterende pop song in de stijl van The Mamas And The Papas uitbrachten.
Uit Quantico kwam Mikes Messengers, die in juli 1966 "Cause Of All Mankind" / "Gone And Left Me", een vrij ruige garagerock song, via het El-Ez-Dee label lieten verschijnen en The Henchmen uit Baltimore en dus niet dezelfde band als waar de CD mee begon, maakte in maart 1965 de single "Think Of Me" / "She Still Loves You", een heerlijke swingende garagerock song, voor het RuJac label en vermeldenswaardig is nog, dat de band later The Koffee Beans ging heten.
In 1969 bracht het Paper label de single uit van Paper Cup uit Baltimore, getiteld "Teacher Please" / "Watch Out", een vrij progressieve poprock song en het Silver Seal label bracht in september 1967 de nummers "Living Memories" / "Come With Me", een geweldige lekkere uptempo garagerock song, uit van The Tresspassers uit Ellicot City, terwijl The Shoremen uit Baltimore via het Wynwood de single "I Expect Too Much" / "Dance, USA!", een heerlijke beat song naar Britse stijl gemaakt, in 1966 uitbrachten, waarna 2 leden na 3 singles verder gingen onder de naam Tomorrow's People. (zie eerder deze recensie)
CD 2 begint met "Love", een schitterende mix van rock & roll, rhythm & blues en een garagerock song, van The Bad Boys, die dit nummer in december 1966 uitbrachten via het Paula label met Black Olives" als andere kant.
De volgende band heette The Fallen Angels en kwam uit Annapolis en hun single "Hid & Found" / "Everything Would Be Fine", een heerlijke licht psychedelische song, werd in 1969 opgenomen, maar pas in 1974 uitgebracht door het Sun Dream label.
In 1966 bracht het Stereo Sound Services label de single van Jay Dee & The Chasers uit, getiteld "Gloria" / "I Do", een prima klinkende uptempo beat song, tgerwijl The Persuaders uit Severna Park / Annapolis in 1968 hun single "This Girl" / "Tiny Little Seeds", een goed in het gehoor liggende pop song, via het Achillean label lieten uit brengen.
De achterkant van "Been A Long Time" heet "All My Life" en dit is een uitstekende swingende pop song, die door The Koffee Beans in 1970 werd uitgebracht via het Format label.
Human Freedom And Security kwwam uit Catonsville en maakte in 1970 een schitterende licht psychedelische song, getiteld ""I Was Wrong" voor het Kaymar label en deze had "Now Forever More" als achterkant en The Souls Of Britton uit Aberdeen maakte in 1967 de single "Can't Be True" / "J-J (Come Back To Me", een schitterende psychedelische song met surf invloeden.
De uit Balltimore afkomstige band The New Diablos maakten enkele singles, waarvan "I'm Fake", een lekker klinkende baet song er één was, terwijl de andere "Land Of Love (Instrumental)" / "Land Of Love", een uitstekende psychedelische pop song, heette en door het Littlefields label in 1968 werd uitgebracht.
In oktober 1968 bracht het United Artists label de single van The Lost tribe uit, getiteld: "Walk One Way" / "Fools Live Alone", een heerlijke commerciële pop song en in 1967 maakte Brandi Laine "Haight Street Dream", een zeurderige ballad, die via het Blossom label verscheen met "Let's Go Away" als achterkant.
Uit Accokreek kwam The Hard Times, die in 1966 de fantastische single "Old Wine, New Bottles" / "I Can't Wait Till Friday Comes", een song in de stijl van de Britse beat bands, uitbracht via het Gray Ant label.'
Één van de singles van The Penmar Stompers uit Aberdeen heette Goodbye Gal" / "I Don't Know", een mix van een beat en rock & roll song, die op "High Heeled Sneakers" lijkt en uitgenracht werd op het eigen Stomper label.
The Straffords was een band uit Baltimore en zij brachten in november 1966 de single "Where Is She Now" / "Throw Stones", een heerlijke psychedelische pop song, uit via het O'Dell label en The Marauders maakten in de demo "Hey Little Girl" / "Something For You", een, helaas overstuurde, uitstekende swingende garagerock song.
Crofton was de woonplaats waar The Nunsuch vandaan kwam en deze band maakte in 1967 voor het DC label de single "Once Before" / "They Trew Slick & Stones", een mix van rock & roll en garagerock, terwijl in 1968 de single "All I Want Is My Baby Back" / "Words Of The Raven", een geweldige mix van een surf, een garagerock en een protest song, werd uitgebracht.
De uit Milford Mill afkomstige band The Patriots maakte in juni 1968 de single "Blankets & Candles" / "What A Drag It Is", een goede rustige pop song, voor het Murbo label en The Dagenites brachten in september 1965 de single "Now That Summer's Gone" / "I'm Gonna Slide", een fantastische psychedelische garagerock song, uit via het Heigh-Ho label.
De band The Omegas, die ook bekend stond als The Reekers en uit Bethestda kwam, maakte in 1968 het nummer "I Can't Believe", een mix van soul en garagerock, die door United Artists werd uitgebracht en het Dome label bracht in maart 1966 de single "Tawk" / "Dawn", een uitstekende ballad van Summer's Misfits, die lichtelijk aan de muziek van Sonny and Cher doet denken.
Ook uit Bethesda kwam The Newports, die in juni 1965 via het BSM label hun single "Maybe You've Changed" / "Little Heart, een lekker klinkende beat song, die duidelijk door The Beatles was geïnspireerd, lieten verschijnen.
Cherry Pink Reason maakte "Carousel Of Dreams", een beetje rommelige pop song, als achterkant voor "In The World Of Our Own" en The Shoremen uit Baltimore brachten de single "Look Into Her Eyes" / "She's Bad", een lekker klinkende beat song, naar Brits voorbeeld, via het Wynwood label uit in mei 1965.
"Turtle Neck Sweaters", een heerlijke licht psychedelische pop song uit 1966, werd door The Verdicts gemaakt en verscheen via het O'Dell label met "Love In Vain" als andere kant, terwijl The Mad Hatters de fantastische rhythm & blues song "I Need Love" in oktober 1965 lieten uitbrengen door het Ascot label met "Blowin' In The Wind" als achterkant.
Het laatste nummer komt van The Urch Perch, die het schitterende "Things I See" in 1968 op namen en het mini album "Urch Perch" uitbrengen via hun My Space pagina.
Ook deze Psychedelic States staat weer boordevol fantastische songs van geweldige bands, die dit keer uit Maryland komen.
Dankzij de zoektochten van Roger Maglio zijn deze niet verloren gegaan en kan elke zestiger jaren liefhebber zijn/haar collectie Amerikaanse sixties verder uitbreiden. Hulde!