Gear Fab 1999-(GF-125)
De band Good Dog Banned bestond uit leden, die uit verschillende plaatsen van Amerika kwamen.
Tim (Fig) Cain - saxofoon en sologitaar kwam uit Marin, Chris Miller - sologitaar, akoestische gitaar en saxofoon uit Los Angeles, Doug (Fingers) Mortenson - sologitaar, akoestische gitaar en steel gitaar uit Los Angeles, Dwight Wolf - basgitaar uit Colorado en Lee Marks - drums en bamboe fluit uit Pasadena.
De band nam in de Solar Tip Studio te Blue Lake, California 9 nummers op, die via Gear Fab in 1999 opnieuw zijn uitgebracht.
De CD start met "Rollin' Into Salyer", een country rock song met brass rock invloeden, die gevolgd wordt door "Smokestacks", een uitstekende country rock song, die in een gemiddeld tempo gespeeld wordt en licht progressieve rock invloeden kent.
Daarna volgt "Rust And Decay", eveneens een lekker in het gehoor klinkende country rock song, waarna "Things Ain't So Bad" volgt, een swingende mix van brass rock, blues en pop.
Dan speelt de band "River Bummin'", een heerlijk swingend uptempo nummer, waarin opnieuw de mix van country rock en brass rock gemaakt wordt en dit wordt gevolgd door "Worthy", een vrolijke swingende rock song, waarin de muziek aanzet tot dansen.
"Don't Burn Baby Grow" is weer een lekkere dansbare country rock song, "Utah", een mix van country rock, brass rock en pop en "Livin' In Harmony", een in een langzaam tempo gespeelde pop song, waarbij prima samenzang ten gehore gebracht wordt.
Good Dog Banned heeft een uitstekend stuk muziek achter gelaten, dat zeker bij de liefhebbers van deze muzieksoort in de smaak zal vallen.
vrijdag 28 maart 2014
vrijdag 21 maart 2014
Review: Grapes Of Wrath - Grapes Of Wrath
Grapes Of Wrath ontstond in Phoenix, Arizona, nadat de Britse invasie, onder leiding van The Beatles, ook Amerika had veroverd en bestond van 1964 tot 1973.
De band, die in verschillende samenstellingen speelde, nam in die periode diverse singles op en hiervan zijn enkele op deze CD te beluisteren.
Grapes Of Wrath bestond oorspronkelijk uit: Brent Burns - zang, Michael Whitehurst - zang en slaggitaar, Steve Whitehurst - zang en drums, Stuart Wood - basgitaar en zang, waarna ook John Hesterman - Vox orgel deel van de band ging uitmaken.
Verder speelden Jim Simmons - akoestische basgitaar, Brian Black - keyboards en zang, Keith Rosenbaum - drums, Jr. Ellis - 12 snarige sologitaar, Mark Aquirre - akoestische sologitaar, Rick Grammatico - drums, Gerald Tietz - basgitaar en Terry Mitchell - drums en zang in één of meerdere andere formaties van de band.
De CD uitgave bevat 14 songs en daarvan heet het eerste nummer "If Anyone Should Ask", een geweldige beat song in de stijl van The Dave Clark Five en de A-kant van hun single, die via het STORM Records label verscheen.
Het volgende nummer heet "Not A Man" uit 1967, dat regelmatig gedraaid werd door de radio stations en hierin laat de band een uitstekende ballad horen, die geïnspireerd is door de muziek van The Byrds, terwijl de volgende song "Irene" dezelfde baslijn bevat als "These Boots Are Made For Walkin'" van Nancy Sinatra en dat is niet vreemd, als je weet dat de akoestische basgitaar door dezelfde persoon gespeeld wordt als op "These Boots", namelijk door Jim Simmons.
Verder is het nummer een antwoord op het nummer "Winchester Cathedral" van The New Vaudeville Band en klinkt het lekker dansbaar.
Vervolgens speelt de band een schitterende oosters klinkende psychedelische song, getiteld "Life's Not Me (Only For You)" uit 1967 en in dit nummer komt de inspiratie van George Harrison's sitarspel op de LP "Revolver" uit 1966.
Daarna volgt "Have A Good Time On Me", een heerlijke swingende rock song uit 1968, waarna het surf nummer "Bawn Diddy" te horen is en hierin heeft de band inspiratie geput uit "Wipe Out" het ultieme surf nummer van de Surfaries.
"Make It Through 71" komt uit 1971 en hierin laat Grapes Of Wrath de invloed van The Beatles nog maar eens horen, want deze song heeft sterke overeenkomsten met "Get Back" en "If You Leave Me", uit 1971, is een prima ballad.
In "I'm In Love With You", de B-kant van "If You Leave Me", speelt de band een uitstekende pop song en "The Party's Over" laat Grapes Of Wrath een schitterende rock & roll song horen, die ondersteund wordt door de blazers sectie van de band Thornhill.
Met "For Awhile" werd in het voorjaar van 1972 opgenoimen en hierin speelt de band een prima klinkende pop song in een gemiddeld tempo, die gevolgd wordt door "Shades Of Lillian White", een heerlijke pop song, uit 1970, die akoestisch gespeeld wordt.
Dan laat de band opnieuw een prachtige rustige song horen, die "If She Leaves Me" heet en in 1972 opgenomen is, hoewel de band dit nummer al in 1967 op het repertoire had staan en ook in dat jaar wilde op nemen.
Als laatste nummer staat "Suicide" uit 1970 op de CD en dit is een vrij heftige progressief klinkende pop song en een prima afsluiter van deze uitstekende uitgave.
vrijdag 14 maart 2014
Review: Earthern Vessel - Hard Rock/Everlasting Life
Gear Fab 1999-(GF-127)
Earthern Vessel, uit Lansing, Michigan, ontstond in het najaar van 1970 door toedoen van gospel kwartet tenor Leon Morton en zijn partner Walter Ballard en zou tot 1972 blijven bestaan.
Leon Morton vroeg folk singer Dave Caudill, na zijn optreden in de Nazarene kerk, om als sologitarist bij een door hem samengestelde band te komen spelen.
Morton en Ballard vormden ze Balton Enterprises Inc., die de manager was van de band Earthern Vessel en hun voorprogramma, folk singer Little Grozier.
Oorspronkelijk heette de band The Rare Ones, maar spoedig veranderde dat in Earthern Vessel.
De band reisde in een omgebouwde tour bus, waarin achterin een slaapplaats was gemaakt voor zangeres, keyboards speelster Sharon Keel en in het midden de slaapruimte voor de mannelijke leden was, terwijl voorin een zithoek was gecreëerd.
Earthern Vessel bestond uit: Sharon Keel - zang, keyboards en percussie, Dave Caudill - sologitaar, akoestische gitaar, zang en mondharmonica, John Sprunger - basgitaar, zang en trompet, Ken Fitch - keyboards, zang en percussie en Ed Johnson - drums.
Omdat Enterprises Inc. ook een koffiehuis bezat, trad de band daar regelmatig op, als ze in hun thuisstad was, maar ook trad de band geregeld op in een christelijke plek, genaamd The Catacombs.
Verder speelde de band onder andere op festivals in het Midwesten van Amerika, op christelijke muziek festivals en maakte een 9-daagse tour door Zweden.
Ook werden er eigen songs geschreven en nadat de band er genoeg had gemaakt, werd in de zomer van 1971 besloten om een album op te nemen in de NRS Records studio te Nashville, Tennessee.
De LP, die ook via NRS Records verscheen, bevat 6 songs, waarvan "Life Everlasting" de eerste is en dit is een schitterende psychedelische rock song, die na een tempowisseling, over gaat in een swingend progressief nummer, dat me aan de muziek van Grand Funk Railroad doet denken.
Daarna speelt de band "You Can", een uitstekende religieuze progressieve rock song, die gevolgd wordt door "Let Jesus Bring You Back", eveneens een swingende religieuze rock song, waarin de band de combinatie met progressieve rock maakt.
Dan volgt "I've Been Walking", waarin de band een fantastische progressieve rock song speelt, die ook nu weer doorspekt is van religieuze teksten, waarna "Comin' Home" te horen is en ook hierin speelt de band een uitstekende progressieve rock song met religieuze teksten.
Het laatste nummer heet "Get High", waarin dezelfde mix wordt gemaakt, dus religieuze teksten begeleidt door progressieve rock.
Earthern Vessel heeft met "Hard Rock/Everlasting Life" een geweldig stukje muziek weten te maken een een brug geslagen tussen progressieve rock en het geloof.
Roger Maglio van Gear Fab is er met deze uitgave opnieuw in geslaagd een obscure plaat weten te lokaliseren en uit te brengen.Driewerf hoera!
Earthern Vessel, uit Lansing, Michigan, ontstond in het najaar van 1970 door toedoen van gospel kwartet tenor Leon Morton en zijn partner Walter Ballard en zou tot 1972 blijven bestaan.
Leon Morton vroeg folk singer Dave Caudill, na zijn optreden in de Nazarene kerk, om als sologitarist bij een door hem samengestelde band te komen spelen.
Morton en Ballard vormden ze Balton Enterprises Inc., die de manager was van de band Earthern Vessel en hun voorprogramma, folk singer Little Grozier.
Oorspronkelijk heette de band The Rare Ones, maar spoedig veranderde dat in Earthern Vessel.
De band reisde in een omgebouwde tour bus, waarin achterin een slaapplaats was gemaakt voor zangeres, keyboards speelster Sharon Keel en in het midden de slaapruimte voor de mannelijke leden was, terwijl voorin een zithoek was gecreëerd.
Earthern Vessel bestond uit: Sharon Keel - zang, keyboards en percussie, Dave Caudill - sologitaar, akoestische gitaar, zang en mondharmonica, John Sprunger - basgitaar, zang en trompet, Ken Fitch - keyboards, zang en percussie en Ed Johnson - drums.
Omdat Enterprises Inc. ook een koffiehuis bezat, trad de band daar regelmatig op, als ze in hun thuisstad was, maar ook trad de band geregeld op in een christelijke plek, genaamd The Catacombs.
Verder speelde de band onder andere op festivals in het Midwesten van Amerika, op christelijke muziek festivals en maakte een 9-daagse tour door Zweden.
Ook werden er eigen songs geschreven en nadat de band er genoeg had gemaakt, werd in de zomer van 1971 besloten om een album op te nemen in de NRS Records studio te Nashville, Tennessee.
De LP, die ook via NRS Records verscheen, bevat 6 songs, waarvan "Life Everlasting" de eerste is en dit is een schitterende psychedelische rock song, die na een tempowisseling, over gaat in een swingend progressief nummer, dat me aan de muziek van Grand Funk Railroad doet denken.
Daarna speelt de band "You Can", een uitstekende religieuze progressieve rock song, die gevolgd wordt door "Let Jesus Bring You Back", eveneens een swingende religieuze rock song, waarin de band de combinatie met progressieve rock maakt.
Dan volgt "I've Been Walking", waarin de band een fantastische progressieve rock song speelt, die ook nu weer doorspekt is van religieuze teksten, waarna "Comin' Home" te horen is en ook hierin speelt de band een uitstekende progressieve rock song met religieuze teksten.
Het laatste nummer heet "Get High", waarin dezelfde mix wordt gemaakt, dus religieuze teksten begeleidt door progressieve rock.
Earthern Vessel heeft met "Hard Rock/Everlasting Life" een geweldig stukje muziek weten te maken een een brug geslagen tussen progressieve rock en het geloof.
Roger Maglio van Gear Fab is er met deze uitgave opnieuw in geslaagd een obscure plaat weten te lokaliseren en uit te brengen.Driewerf hoera!
vrijdag 7 maart 2014
Review: Rhubarb's Revenge - Rhubarb's Revenge
Gear Fab 1999-(GF-128)
Rhubarb's Revenge kwam uit New Jersey en maakte hun enige LP, opgenomen in de Pink Grass Studio's, van Christopher Breetveld, in Kendal Park, New Jersey, op een 2 sporen recorder.
De LP verscheen in het najaar van 1973 via het Pink Grass Records label onder de titel "Rhubarb's Revenge Or Confessins Of A Big Lanky Dope" en er werden slechts 100 exemplaren van de plaat geperst.
De band bestond uit: Christopher Breetveld - solo- en basgitaar, drums, piano en fluit, Gregory Shuss - piano en vibrafoon, Robert Rothschild - drums, conga's en koelvat, Richard Larsen - 12 snarige akoestische gitaar en basgitaar, Michael Rothkopf - akoestische gitaar en William DiMartino - drums.
Op de LP worden ze bijgestaan door Michael Carlos Parmenter - zang, Rene Roques - akoestische gitaar en viool, Halbert Horatio Ketofsky - basgitaar en saxofoon, Stephen Stein - zang, Christopher Zaic - sologitaar en Funky Eddie - percussie.
De CD uitgave bevat de 10 nummers van de LP plus 4 bonus nummers, die niet eerder werden uitgebracht.
De plaat start met de eigen compositie "Intro - Man To Man", een vrij psychedelische song met een pakkend licht hypnotiserend ritme, die gevolgd wordt door de Zombies cover "Time Of The Season", die door de band in een erg swingende funky versie wordt gespeeld.
Daarna laat de band een cover van het Kinks nummer "Victoria" horen en ook deze klinkt lekker swingend, waarna de Byrds cover "Mr.Spaceman" volgt, die op een prima wijze ten gehore gebracht wordt.
Vervolgens speelt de band opnieuw een cover en deze keer is dat een Move song, getiteld "Words Of Aaron", die een beetje rommelig klinkt en een wisselend tempo bevat, waarna een korte eigen compositie volgt, getiteld "Lonely" en hierin wordt een nummer van zang en akoestische gitaar gespeeld.
De volgende song heet "Tomorrow Begins Today", opnieuw een eigen nummer en nu laat de band een mooie rustige pop song horen, waarin schitterende samenzang zit, waarna op driekwart van het nummer de muziek verandert in progressieve jazz.
Dan volgt het slechts 1 minuut durende nummer "When I Feed My Prize Hog", waarin de band laat horen goed te kunnen samen zingen en dit wordt gevolgd door "Nice Spot In The Dark", een swingende progressieve rock song met Santana-achtige ritmes, waarna het laatste nummer van de LP volgt, getiteld "Avon Girl", een uitstekende pop song met wisselende tempo's en een aanstekelijk vrolijk ritme, dat een experimenteel einde heeft.
"2000 Man" is de eerste van de bonus nummers en dit is een cover van het Rolling Stones nummer, die niet onverdienstelijk gespeeld wordt.
Daarna laat de band een kort stukje humoristische zang horen, "Prize Hoggies #2", genaamd en vervolgens de laatste cover, het door Neil Young geschreven "Ohio" en ook dit klinkt prima, waarna de CD wordt afgesloten met "Road Apple Jammies", waarin de band opnieuw een humoristisch gezongen stukje laat horen, zichzelf begeleidend op pianao en conga's.
De CD "Rhubarb's Revenge Or Confessins Of A Big Lanky Dope" is weer zo'n obscure uitgave van het Gear Fab label, die je gehoord moet hebben, om er over te oordelen en wat mij betreft is deze zeker die moeite waard.
Rhubarb's Revenge kwam uit New Jersey en maakte hun enige LP, opgenomen in de Pink Grass Studio's, van Christopher Breetveld, in Kendal Park, New Jersey, op een 2 sporen recorder.
De LP verscheen in het najaar van 1973 via het Pink Grass Records label onder de titel "Rhubarb's Revenge Or Confessins Of A Big Lanky Dope" en er werden slechts 100 exemplaren van de plaat geperst.
De band bestond uit: Christopher Breetveld - solo- en basgitaar, drums, piano en fluit, Gregory Shuss - piano en vibrafoon, Robert Rothschild - drums, conga's en koelvat, Richard Larsen - 12 snarige akoestische gitaar en basgitaar, Michael Rothkopf - akoestische gitaar en William DiMartino - drums.
Op de LP worden ze bijgestaan door Michael Carlos Parmenter - zang, Rene Roques - akoestische gitaar en viool, Halbert Horatio Ketofsky - basgitaar en saxofoon, Stephen Stein - zang, Christopher Zaic - sologitaar en Funky Eddie - percussie.
De CD uitgave bevat de 10 nummers van de LP plus 4 bonus nummers, die niet eerder werden uitgebracht.
De plaat start met de eigen compositie "Intro - Man To Man", een vrij psychedelische song met een pakkend licht hypnotiserend ritme, die gevolgd wordt door de Zombies cover "Time Of The Season", die door de band in een erg swingende funky versie wordt gespeeld.
Daarna laat de band een cover van het Kinks nummer "Victoria" horen en ook deze klinkt lekker swingend, waarna de Byrds cover "Mr.Spaceman" volgt, die op een prima wijze ten gehore gebracht wordt.
Vervolgens speelt de band opnieuw een cover en deze keer is dat een Move song, getiteld "Words Of Aaron", die een beetje rommelig klinkt en een wisselend tempo bevat, waarna een korte eigen compositie volgt, getiteld "Lonely" en hierin wordt een nummer van zang en akoestische gitaar gespeeld.
De volgende song heet "Tomorrow Begins Today", opnieuw een eigen nummer en nu laat de band een mooie rustige pop song horen, waarin schitterende samenzang zit, waarna op driekwart van het nummer de muziek verandert in progressieve jazz.
Dan volgt het slechts 1 minuut durende nummer "When I Feed My Prize Hog", waarin de band laat horen goed te kunnen samen zingen en dit wordt gevolgd door "Nice Spot In The Dark", een swingende progressieve rock song met Santana-achtige ritmes, waarna het laatste nummer van de LP volgt, getiteld "Avon Girl", een uitstekende pop song met wisselende tempo's en een aanstekelijk vrolijk ritme, dat een experimenteel einde heeft.
"2000 Man" is de eerste van de bonus nummers en dit is een cover van het Rolling Stones nummer, die niet onverdienstelijk gespeeld wordt.
Daarna laat de band een kort stukje humoristische zang horen, "Prize Hoggies #2", genaamd en vervolgens de laatste cover, het door Neil Young geschreven "Ohio" en ook dit klinkt prima, waarna de CD wordt afgesloten met "Road Apple Jammies", waarin de band opnieuw een humoristisch gezongen stukje laat horen, zichzelf begeleidend op pianao en conga's.
De CD "Rhubarb's Revenge Or Confessins Of A Big Lanky Dope" is weer zo'n obscure uitgave van het Gear Fab label, die je gehoord moet hebben, om er over te oordelen en wat mij betreft is deze zeker die moeite waard.
Abonneren op:
Posts (Atom)