Gear Fab 1999-(GF-140)
Waar het verhaal van Soul Inc. eindigde, begon het voor Elysian Field.
Drie voormalige Soul Inc. leden startten in 1968 hun nieuwe band onder de naam Elysian Field.
Sologitarist Frank Bugsbee, zanger en basgitarist Jim Settle en drummer Marvin Maxwell wilden meer tijd in de studio doorbrengen om daar hun creatieve ideeën uit te werken.
De nieuwe band verloor geen tijd en ging de studio in en nam de songs "Kind Of Man" en "Alone On Your Doorstep" op en het wachten was alleen op een platencontract, dat er ook kwam, maar toen was Jim Settle al uit de band gestapt en vervangen door Gary Johnson.
De volgende, die uit de band ging, was Frank Bugsbee, die echter wel de productie van de nieuwe nummers ter hand nam.
Zijn vervangers heetten Mark Micheli en Dennis Ledford, terwijl ook Jim Settle terug keert als zanger.
In deze bezetting werden verscheidene songs opgenomen, waarna Gary Johnson vervangen werd door Dennis Lile en daarna nam Elysian Field met de regelmaat van de klok nieuwe songs op, maar ook wisselde de band nog verschillende keren van samenstelling totdat deze tenslotte in 1971 uiteen viel.
De nalatenschap van de band bestaat uit 21 songs, die op de CD "Elysian Field" verzameld zijn en de eerste daarvan heet "Mother Hate", een vrij heftige progressieve rock song, die gevolgd wordt door "You Again", een licht psychedelische country song.
Daarna volgt "Didn't It Feel Good", een dansbare mix van een country en een pop song, waarna ik "Reservation" te horen krijg en dit is een lekker in het gehoor klinkende pop song, die in een uptempo gespeeld wordt.
Dan hoor ik "I Think I Can't Live Without You", een prima progressieve pop song, waarna de band vervolgt met "I Hate You", een schitterende progressieve rock song, die in een hoog tempo gespeeld wordt.
Vervolgens hoor ik "Good Time Living", een countryrock song, "Bed Of Roses", een mooie rustige pop song en "24 Hours Of Loneliness", een prima pop song, waarin de band orkestraal begeleid wordt.
"Strange Changes" is een vrolijk klinkende pop song met lichte Zuid-Amerikaanse ritmes en orkestrale begeleiding, "Kind Of Man" is een rustige pop song, die vrij algemeen klinkt en "Alone On Your Doorstep" een commerciële, maar uitstekende pop song met een lekker klinkend ritme.
In "Old Oak Tree" speelt de band een schitterende ballad, waar je lekker op kan schuifelen en in "Keep Her" laat de band een progressief stukje muziek horen.
"Canada" is een goede pop song, die swingt en "On My Way" een uitstekende swingende pop song met countryrock en Beatles invloeden.
Met "Revolution's In The Air" laat de band me een lekker klinkende poprock song horen en met Let The Music Take You Down" een poprock song, die in een aanstekelijk uptempo gespeeld wordt.
Daarna krijg ik het zeer rustige instrumentale "Still I Want You" te horen, dat op het eind afgebroken wordt en vermoedelijk een niet compleet nummer is .
De laatste 2 songs heten "Man On Fire", een uitstekende pop song en "Sundown Red", waarin opnieuw de orkestrale begeleiding zit en de band een prima stukje pop muziek speelt in een lekker in het gehoor klinkend ritme.
De CD van Elysian Field staat vol goede songs met enkele uitschieters, zoals "Mother Hate", "I Hate You", "I Think I Can't Live Without You" en "Old Oak Tree" en is het beluisteren meer dan waard.
vrijdag 29 november 2013
vrijdag 22 november 2013
Review: Perry Leopold - Christian Lucifer
Gear Fab 1999-(GF-141)
In de zomer van 1973 nam Perry Leopold de nummers voor zijn LP "Christian Lucifer" op in een kleine 16 sporen studio net buiten Philadelphia, die pas in 1999 zouden worden uitgebracht door het Gear Fab label.
Helaas werden de oorspronkelijke banden gewist en opnieuw gebruikt, of weggegooid, doordat de studio, waar ze zich bevonden, werd verkocht en de nieuwe eigenaar de zaak sloot.
Gelukkig zijn de technieken vergeleken met die tijd enorm verbeterd, zodat de opnamen, die wel gespaard waren gebleven, opgelapt konden worden en op CD gezet.
De eerste van de 7 songs, heet "Sunday Afternoon In The Garden Of Delights" en is een schitterende, bijna 9 minuten durende, psychedelische folkrock song met enkele prima tempowisselingen, die wel iets weg heeft van de sound uit de begin periode van Jethro Tull.
Daarna volgt "The Windmill", opnieuw een heerlijke lange psychedelische folk song van rond de 9 minuten, die gevolgd wordt door "The Starewell", een mooie folk song, die in een gemiddeld tempo gespeeld wordt.
Dan volgt het rustige "Serpentine Lane", waarin Perry psychedelische klanken laat horen en in "The Annunciation" speelt hij een uitstekende folk song in een vrij rustig tempo.
"The Journey" is eveneens zo'n heerlijke folksong, die me aan de muziek van Jethro Tull doet denken en in het laatste nummer, "Vespers" getiteld, speelt Perry een mooie rustige folk song.
Ondanks het feit, dat de meeste songs een religieus tintje hebben, is de muziek een genot om naar te luisteren en ben ik blij, dat de opnamen niet verloren zijn gegaan, want dan had ik er nu niet van kunnen genieten.
vrijdag 15 november 2013
Review: Bump - Bump
Gear Fab 2000-(GF-142)
Bump was een band uit Detroit, die in het voorjaar van 1969 opgericht werd en bestond uit: Paul Lupien - keyboards en zang, George Runyan - zang en basgitaar, Alan Goldman - sologitaar en Jerome Charles Greenberg - drums en zang.
In hun korte bestaan (1969-1971) nam Bump 2 singles op en maakte 2 LP's, waarvan de tweede nooit uitgebracht werd.
De band trad op als voorprogramma van onder andere Terry Reid en Alice Cooper, waarbij de nadruk vooral op de muziek lag, maar ook het visuele aspect werd niet vergeten, want de band maakte zich extreem dramatisch op en kleedde zich overeenkomstig ook zo.
Hun LP "Bump", die 9 nummers bevat, werd in 1970 via het Pioneer label uitgebracht en start met "Sing Into The Wind", een vrolijke song in de stijl van de muziek van de Britse band Nirvana ten tijde van "The Story Of Simon Simopath", die licht psychedelisch klinkt.
Het volgende nummer heet "State Of Affairs" en ook dit is een lekker klinkende psychedelische pop song, waarin de band prima samenzang laat horen.
Daarna volgt "Daydream Song", een vrij progressieve psychedelische pop song met wisselende tempo's, die gevolgd wordt door "Holly Thorndike", een heerlijke pop song, die nog geen minuut duurt en me enigszins aan de muziek van The Beatles doet denken.
Dan hoor ik "Got To Get You Back", een schitterende progressieve pop song, die gevolgd wordt door "Spider's Eyes", eveneens een uitstekende progressieve pop song, waarin ook psychedelische invloeden te horen zijn.
Vervolgens laat de band me opnieuw een lekker klinkende progressieve psychedelische pop song horen, getiteld "Clean Myself", waarna "From My Slot" volgt, waarin de band ook nu weer een progressief stukje muziek laat horen, dat gevolgd wordt door het langste nummer van de plaat, getiteld "Lifelines, Decisions, You Can't Even Think", dat bijna 11 minuten duurt en hierin laat de band een fantastische psychedelische pop song horen, die invloeden van progressieve rock bevat en de uitschieter van deze heerlijke CD is.
Dan volgt de single "Winston Built The Bridge" , een lekker vrolijk klinkende pop song met een aanstekelijk ritme, die "Sing Into The Wind" als B-kant had en deze uitvoering is dezelfde als de LP versie en klinkt gewoonweg geweldig.
De CD "Bump" is een verfrissend stuk muziek van een prima band, waarbij kwaliteit en luistergenot voorop staan en dus het aanschaffen zeker waard.
Bump was een band uit Detroit, die in het voorjaar van 1969 opgericht werd en bestond uit: Paul Lupien - keyboards en zang, George Runyan - zang en basgitaar, Alan Goldman - sologitaar en Jerome Charles Greenberg - drums en zang.
In hun korte bestaan (1969-1971) nam Bump 2 singles op en maakte 2 LP's, waarvan de tweede nooit uitgebracht werd.
De band trad op als voorprogramma van onder andere Terry Reid en Alice Cooper, waarbij de nadruk vooral op de muziek lag, maar ook het visuele aspect werd niet vergeten, want de band maakte zich extreem dramatisch op en kleedde zich overeenkomstig ook zo.
Hun LP "Bump", die 9 nummers bevat, werd in 1970 via het Pioneer label uitgebracht en start met "Sing Into The Wind", een vrolijke song in de stijl van de muziek van de Britse band Nirvana ten tijde van "The Story Of Simon Simopath", die licht psychedelisch klinkt.
Het volgende nummer heet "State Of Affairs" en ook dit is een lekker klinkende psychedelische pop song, waarin de band prima samenzang laat horen.
Daarna volgt "Daydream Song", een vrij progressieve psychedelische pop song met wisselende tempo's, die gevolgd wordt door "Holly Thorndike", een heerlijke pop song, die nog geen minuut duurt en me enigszins aan de muziek van The Beatles doet denken.
Dan hoor ik "Got To Get You Back", een schitterende progressieve pop song, die gevolgd wordt door "Spider's Eyes", eveneens een uitstekende progressieve pop song, waarin ook psychedelische invloeden te horen zijn.
Vervolgens laat de band me opnieuw een lekker klinkende progressieve psychedelische pop song horen, getiteld "Clean Myself", waarna "From My Slot" volgt, waarin de band ook nu weer een progressief stukje muziek laat horen, dat gevolgd wordt door het langste nummer van de plaat, getiteld "Lifelines, Decisions, You Can't Even Think", dat bijna 11 minuten duurt en hierin laat de band een fantastische psychedelische pop song horen, die invloeden van progressieve rock bevat en de uitschieter van deze heerlijke CD is.
Dan volgt de single "Winston Built The Bridge" , een lekker vrolijk klinkende pop song met een aanstekelijk ritme, die "Sing Into The Wind" als B-kant had en deze uitvoering is dezelfde als de LP versie en klinkt gewoonweg geweldig.
De CD "Bump" is een verfrissend stuk muziek van een prima band, waarbij kwaliteit en luistergenot voorop staan en dus het aanschaffen zeker waard.
vrijdag 8 november 2013
Review: Pugsley Munion - Just Like You
Gear Fab 2000-(GF-143)
In 1969 startte te New York een drietal muzikanten een band onder de naam Mask.
De bandleden John Schuller - Hammond orgel, piano, basgitaar, akoestische gitaar en zang, Thomas "Ducky" Belliveau - sologitaar, akoestische gitaar en zang en Edward Kelly - drums, percussie en zang zaten allen nog op school en speelden in hun vrije tijd in diverse clubs.
Door een gelukkig toeval kwam hun "Home Demo" in handen van J&B Records en die zagen wel wat in de band.
Dit resulteerde in de opname van een professionele demo plus een platencontract, maar aangezien de naam Mask al geregistreerd stond, moest er een nieuwe bandnaam verzonnen worden en dat werd uiteindelijk Pugsley Munion.
Halverwege 1970 werd hun debuut LP opgenomen in de Bell Sound Studio, één van de eerste 8-sporen studio's, te New York.
Omdat bij live optredens gebruik werd gemaakt van de bas pedaal van het orgel, werd besloten de basgitaar later in te voegen om een beter studio geluid te creëren.
Bij de platenmaatschappij had men daar hele andere gedachten over en de LP werd uitgebracht in zijn ruwe vorm, dus zonder de baspartij en in deze vorm is ook de CD door Gear Fab op de markt gebracht, aangevuld met twee alternatieve demo versies en een live opname, waardoor er 12 vrij lange nummers te beluisteren zijn.
De CD start met "What's Right For Me", een werkelijk schitterende progressieve rock song, die in een rustig tempo gespeeld wordt, die in 3 uitvoeringen op de CD staat, waarvan dit de studio versie is.
Daarna volgt "Second Time For Me", eveneens een heerlijk stukje progressieve rock en ook van dit nummer staat er een andere versie op de CD.
het volgende nummer heet "Take MY Soul" en hierin gaat de band verder met het maken van fantastische progressieve rock, die in dit nummer vrij stevig klinkt en naar de hardrock neigt.
Vervolgens is het tijd voor de titelsong "Just Like You", een lekker klinkende pop song, waarin prima samenzang zit en een vrij eentonig ritme, dat lichtelijk hypnotiserend werkt.
Dan staat de bluesrock song "Slumberland Blues" als volgende nummer op de CD en dit is een swingend stukje muziek, dat gevolgd wordt door "No Time Tomorrow", een waanzinnig goede psychedelische psychedelische rock song, die enkele prima tempowisselingen bevat.
In "Trouble" krijg ik opnieuw een uitstekende uptempo progressieve rock song voorgeschoteld en in "Collage Thought" laat de band me genieten van een rustige rock song, die langzamerhand iets meer snelheid krijgt en gevolgd wordt door het laatste nummer van de LP, getiteld "I Don't Know Who To Blame", een prima progressieve rock song.
Dan volgt de eerste van de twee alternatieve demo versies, getiteld "What's Right For Me" en hierop vind ik de zang een stuk minder goed klinken, dan in de LP versie, maar de muziek klinkt zeker zo goed.
Ook "Second Time For Me", de tweede alternatieve demo uitvoering, klinkt uitstekend en hierin laat de band me een lekkere mix van progressieve rock met blues invloeden horen en in het laatste nummer, de live uitvoering van "What's Right For Me" speelt de band een aardige versie van dit nummer, die het echter niet haalt bij de LP versie.
Hoewel ik denk, dat de basgitaar iets extra's had bijgevoegd, vind ik het resultaat toch erg bevredigend en kan ik deze CD iedere progressieve rock liefhebber ten zeerste aanbevelen.
In 1969 startte te New York een drietal muzikanten een band onder de naam Mask.
De bandleden John Schuller - Hammond orgel, piano, basgitaar, akoestische gitaar en zang, Thomas "Ducky" Belliveau - sologitaar, akoestische gitaar en zang en Edward Kelly - drums, percussie en zang zaten allen nog op school en speelden in hun vrije tijd in diverse clubs.
Door een gelukkig toeval kwam hun "Home Demo" in handen van J&B Records en die zagen wel wat in de band.
Dit resulteerde in de opname van een professionele demo plus een platencontract, maar aangezien de naam Mask al geregistreerd stond, moest er een nieuwe bandnaam verzonnen worden en dat werd uiteindelijk Pugsley Munion.
Halverwege 1970 werd hun debuut LP opgenomen in de Bell Sound Studio, één van de eerste 8-sporen studio's, te New York.
Omdat bij live optredens gebruik werd gemaakt van de bas pedaal van het orgel, werd besloten de basgitaar later in te voegen om een beter studio geluid te creëren.
Bij de platenmaatschappij had men daar hele andere gedachten over en de LP werd uitgebracht in zijn ruwe vorm, dus zonder de baspartij en in deze vorm is ook de CD door Gear Fab op de markt gebracht, aangevuld met twee alternatieve demo versies en een live opname, waardoor er 12 vrij lange nummers te beluisteren zijn.
De CD start met "What's Right For Me", een werkelijk schitterende progressieve rock song, die in een rustig tempo gespeeld wordt, die in 3 uitvoeringen op de CD staat, waarvan dit de studio versie is.
Daarna volgt "Second Time For Me", eveneens een heerlijk stukje progressieve rock en ook van dit nummer staat er een andere versie op de CD.
het volgende nummer heet "Take MY Soul" en hierin gaat de band verder met het maken van fantastische progressieve rock, die in dit nummer vrij stevig klinkt en naar de hardrock neigt.
Vervolgens is het tijd voor de titelsong "Just Like You", een lekker klinkende pop song, waarin prima samenzang zit en een vrij eentonig ritme, dat lichtelijk hypnotiserend werkt.
Dan staat de bluesrock song "Slumberland Blues" als volgende nummer op de CD en dit is een swingend stukje muziek, dat gevolgd wordt door "No Time Tomorrow", een waanzinnig goede psychedelische psychedelische rock song, die enkele prima tempowisselingen bevat.
In "Trouble" krijg ik opnieuw een uitstekende uptempo progressieve rock song voorgeschoteld en in "Collage Thought" laat de band me genieten van een rustige rock song, die langzamerhand iets meer snelheid krijgt en gevolgd wordt door het laatste nummer van de LP, getiteld "I Don't Know Who To Blame", een prima progressieve rock song.
Dan volgt de eerste van de twee alternatieve demo versies, getiteld "What's Right For Me" en hierop vind ik de zang een stuk minder goed klinken, dan in de LP versie, maar de muziek klinkt zeker zo goed.
Ook "Second Time For Me", de tweede alternatieve demo uitvoering, klinkt uitstekend en hierin laat de band me een lekkere mix van progressieve rock met blues invloeden horen en in het laatste nummer, de live uitvoering van "What's Right For Me" speelt de band een aardige versie van dit nummer, die het echter niet haalt bij de LP versie.
Hoewel ik denk, dat de basgitaar iets extra's had bijgevoegd, vind ik het resultaat toch erg bevredigend en kan ik deze CD iedere progressieve rock liefhebber ten zeerste aanbevelen.
vrijdag 1 november 2013
Review: Soup - Soup
Soup kwam uit Appleton, Wisconsin en was een typische bluesband, die onder de naam Private Property Of Digil begon.
Onder laatstgenoemde naam werden verscheidene singles opgenomen en uitgebracht door kleine labels zoals Tee Pee en Target.
Oprichter van de band was Doug Yankus, die in zijn korte leven (hij werd slechts 32 jaar) meer dan 1000 songs schreef en behalve tekstschrijver ook nog gitarist, toetsenist en drummer was.
Verder bestond de band uit: Dan Jacklin - basgitaar, Steve Gertsch - drums en Chuck Posniak - orgel en deze laatste werd na een jaar vervangen door Dave Faas, met wie Yankus de band Soup oprichtte.
Als drummer kwam Rob Griffith bij dit duo en was de groep compleet.
In 1970 bracht het trio de LP "Soup", die via het Arf Arm Artists 1 label verscheen, waarna de band halverwege de jaren zeventig uiteen viel.
Doug Yankus overleed in 1982, enkele jaren na Rob Griffith en de nalatenschap van Yankus bestaat uit een werkelijk schitterende LP, die aangevuld met de single "Veronica" / "Big Boss Man" en twee nooit eerder uitgebrachte nummers, het eerste gedeelte van de CD (materiaal van Soup uit 1969-1970) bestrijken.
Daarna staat het single overzicht van The Private Property Of Digil uit de periode 1967-1968 op de CD en deze periode geeft een totaal ander beeld van Doug Yankus weer, omdat de muziek uit pure sixties beat bestaat, die is geïnspireerd door de muziek van The Beatles, Kinks, Seeds en Byrds.
In totaal staan er 18 nummers op de CD, die begint met "Mailman, Bring Me No More Blues", een lekker klinkende cover van deze blues song, die ook door The Beatles is opgenomen.
Daarna volgt "I'm Just Not The Man To Be Tied", een heerlijk swingende mix van jazz en blues, die gevolgd wordt door het bijna 8 minuten durende "Dear And Blue", een schitterende progressieve poprock song, die in een vrij rustig tempo gespeeld wordt en lichte blues invloeden bevat en naar het eind toe iets meer vaart krijgt.
Dan speelt de band "Black Cat Blues", een uitstekende mix van pop en blues, "Tennessee", een prima klinkende rustige pop song en "I'm So Sorry", een fantastische progressieve blues song met jazz invloeden, die ongeveer 16 minuten duurt.
Vervolgens krijg ik de single "Veronica", een vrij commerciële klinkende pop song en de blues cover "Big Boss Man", die, in de uitvoering van Soup, swingt als een trein.
Daarna krijg ik 2 onuitgebrachte live nummers te horen, waarvan "Dance Magic Woman", een progressieve blues song met wisselende ritmes, de eerste is, gevolgd door "Song For Jackie", een instrumentaal nummer, dat op een akoestische gitaar gespeeld wordt.
Dan is het tijd voor de nummers van The Private Property Of Digil en de eerste daarvan heet "Jewelry Lady", een heerlijke pop song met aanstekelijk ritme en dito zang en deze wordt gevolgd door "I'm Looking At You", een uitstekende swingende pop song.
In "Sunshine Flames" speelt de band een fantastische pop song met schitterende samenzang, waarin Byrds invloeden te horen zijn en in "Princess" krijg ik net zo'n soort song voorgeschoteld.
"To My Friends" is een lekker klinkende beat song, die gevolgd wordt door "Look At Me", een prima pop song, waarin de invloeden van The Byrds opnieuw te horen zijn.
Met "Destination Nowhere" laat de band me een schitterende pop song horen, waarin samenzang weer sterk naar voren komt en de laatste song "The Patch Of Brick", een waanzinnig goede psychedelische pop song, is naar mijn mening het beste nummer van deze CD.
Soms kom je wel eens van die CD's tegen, waar je als muziekliefhebber niet omheen kan en dit is er zo één, een aanrader dus.
Abonneren op:
Posts (Atom)