Soup kwam uit Appleton, Wisconsin en was een typische bluesband, die onder de naam Private Property Of Digil begon.
Onder laatstgenoemde naam werden verscheidene singles opgenomen en uitgebracht door kleine labels zoals Tee Pee en Target.
Oprichter van de band was Doug Yankus, die in zijn korte leven (hij werd slechts 32 jaar) meer dan 1000 songs schreef en behalve tekstschrijver ook nog gitarist, toetsenist en drummer was.
Verder bestond de band uit: Dan Jacklin - basgitaar, Steve Gertsch - drums en Chuck Posniak - orgel en deze laatste werd na een jaar vervangen door Dave Faas, met wie Yankus de band Soup oprichtte.
Als drummer kwam Rob Griffith bij dit duo en was de groep compleet.
In 1970 bracht het trio de LP "Soup", die via het Arf Arm Artists 1 label verscheen, waarna de band halverwege de jaren zeventig uiteen viel.
Doug Yankus overleed in 1982, enkele jaren na Rob Griffith en de nalatenschap van Yankus bestaat uit een werkelijk schitterende LP, die aangevuld met de single "Veronica" / "Big Boss Man" en twee nooit eerder uitgebrachte nummers, het eerste gedeelte van de CD (materiaal van Soup uit 1969-1970) bestrijken.
Daarna staat het single overzicht van The Private Property Of Digil uit de periode 1967-1968 op de CD en deze periode geeft een totaal ander beeld van Doug Yankus weer, omdat de muziek uit pure sixties beat bestaat, die is geïnspireerd door de muziek van The Beatles, Kinks, Seeds en Byrds.
In totaal staan er 18 nummers op de CD, die begint met "Mailman, Bring Me No More Blues", een lekker klinkende cover van deze blues song, die ook door The Beatles is opgenomen.
Daarna volgt "I'm Just Not The Man To Be Tied", een heerlijk swingende mix van jazz en blues, die gevolgd wordt door het bijna 8 minuten durende "Dear And Blue", een schitterende progressieve poprock song, die in een vrij rustig tempo gespeeld wordt en lichte blues invloeden bevat en naar het eind toe iets meer vaart krijgt.
Dan speelt de band "Black Cat Blues", een uitstekende mix van pop en blues, "Tennessee", een prima klinkende rustige pop song en "I'm So Sorry", een fantastische progressieve blues song met jazz invloeden, die ongeveer 16 minuten duurt.
Vervolgens krijg ik de single "Veronica", een vrij commerciële klinkende pop song en de blues cover "Big Boss Man", die, in de uitvoering van Soup, swingt als een trein.
Daarna krijg ik 2 onuitgebrachte live nummers te horen, waarvan "Dance Magic Woman", een progressieve blues song met wisselende ritmes, de eerste is, gevolgd door "Song For Jackie", een instrumentaal nummer, dat op een akoestische gitaar gespeeld wordt.
Dan is het tijd voor de nummers van The Private Property Of Digil en de eerste daarvan heet "Jewelry Lady", een heerlijke pop song met aanstekelijk ritme en dito zang en deze wordt gevolgd door "I'm Looking At You", een uitstekende swingende pop song.
In "Sunshine Flames" speelt de band een fantastische pop song met schitterende samenzang, waarin Byrds invloeden te horen zijn en in "Princess" krijg ik net zo'n soort song voorgeschoteld.
"To My Friends" is een lekker klinkende beat song, die gevolgd wordt door "Look At Me", een prima pop song, waarin de invloeden van The Byrds opnieuw te horen zijn.
Met "Destination Nowhere" laat de band me een schitterende pop song horen, waarin samenzang weer sterk naar voren komt en de laatste song "The Patch Of Brick", een waanzinnig goede psychedelische pop song, is naar mijn mening het beste nummer van deze CD.
Soms kom je wel eens van die CD's tegen, waar je als muziekliefhebber niet omheen kan en dit is er zo één, een aanrader dus.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten