Gear Fab 2013-(GF-265)
In 1966 nam de Amerikaanse band The Ones hun LP "The Ones" in de National Recording Studios te New York City op, die via het Ashwood House label verscheen en alleen tijdens optredens van de groep werd verkocht.
De band, die erg populair was in New England, bestond uit: Rick McPherson - zang, Rob Schearer - zang, Jeff Costello - sologitaar, Maris Neiburgers - basgitaar, Dickie Stamm - drums en Sam DeSantos - zang en keyboards en werd op de LP bijgestaan door Fred George - piano en orgel en Clay Pitts - vibrafoon.
De LP bevat 12 nummers, waarvan 1 eigen song en begint met "Hang On Sloopy", een uitstekende cover van dit nummer, dat in een iets ruigere versie wordt gespeeld.
De volgende song heet "I Should Have Know Better" en ook dit nummer wordt op een niet onverdienstelijke manier gecoverd, waarna ik het door Clay Pitts geschreven "Maybe It's The Both OF Us" te horen krijg en dit is een lekker swingend klinkende pop song.
Daarna volgt "Don't Make It Over", waarin de band opnieuw een prima cover versie laat horen en hierna krijg ik de heerlijke ballad "My Prayer" te horen.
Dan laat de band hun versie van "I Can't Explain" horen en hoewel deze niet zo rauw als het origineel klinkt, is het toch een goede uitvoering.
Ook "Diddy-Wah-Diddy" is een lekker swingende cover en "(Mr.) You're A Better Man Than I" wordt op een schitterende wijze uitgevoerd en klinkt bijna net zo goed als het origineel.
In de ballad "Unchained Melody" speelt de band een versie van dit nummer, die ik zelfs beter dan die van The Righteous Brothers vind, die er een hit mee scoorden.
"Be My Baby" klinkt eveneens uitstekend, ondanks het feit, dat ik vrouwen zang beter vind in deze song, maar dat is waarschijnlijk omdat ik daar aan gewend ben.
In "Our Day Will Come" hoor ik een prima swingend nummer en in "Goodnight My Love" laat de band me horen ook slaap liedjes te kunnen spelen.
De CD van The Ones geeft het tijdsbeeld van halverwege de jaren 60 goed weer en de band laat met deze cover versies, die zoveel bands uit die periode speelden, horen, tot de betere in dit genre te behoren.
vrijdag 28 juni 2013
vrijdag 21 juni 2013
Review: Psychedelic States - Florida In The 60s Vol.1
In de serie Psychedelic States staat deze keer de CD Florida In The 60s Vol. 1 centraal, waarop 28 nummers van evenzoveel bands te beluisteren zijn.
Het eerste nummer van de CD komt van The Canadian Rogues uit St.Petersburg en heet "Keep In Touch", een lekker swingende garagerock song, die in 1966 via het Texas Charay label verscheen en gevolgd wordt door "You're Gonna Cry" van The Berkley Five, die uit Umatilla, Lake County, kwamen en dit is een geweldige poprock song, waarin ook lichte garagerock invloeden te bespeuren zijn.
Uit Melbourne kwamen The Burlington Esquires, die in 1968 hun single "World", een psychedelische poprock song via Tener uit lieten brengen.
In 1966 bracht de uit Miami afkomstige band The Shades Inc. de single "Who Loved Her?" uit, waarop duidelijk Beatles invloeden te horen zijn en dit nummer had "Sights" als B-kant.
Garagerock klanken gemixt met surf komen van Dr.T & The Undertakers uit Miami, die het instrumentale "Undertaker's Theme" in 1966 zowel via het Target als Epitaph label uitbrachten, maar wel met verschillende achterkanten.
De uitgave van Target had "Blue, Blue Feeling" als B-kant, terwijl "Times Has Changed" de B-kant was van de Epitaph release en dit laatste nummer werd nogmaals als B-kant gebruikt voor hun single "It's Easy Child", die in 1967 via Target verscheen.
Mouse And The Boys uit Jacksonville maakten in 1967 de vrij psychdeleische single "Xcedrin Headache #69" voor het SSS International label.
Het Thames label bracht in 1966 de single "Baby Doesn't Know" / "No Place Or Time" uit, een swingende poprock song met garagerock invloeden van de uit Miami afkomstige band The Echoes Of Barnaby Street. "Cheating", een lekker in gehoor klinkende garagerock song was de A-kant van de single, die "Confession The Blues" als achterkant had en komt van Joshua Dyke uit St.Petersburg, die deze single via het Paris Tower Records label in 1967 uitgebracht zag worden.
The Fewdle Lords kwamen uit Miami en in 1966 bracht het Tiara label hun single "I Know" / "Farewell To Today And Tomorrow" uit en dit laatstgenoemde nummer is een fantastische poprock song.
Rauwe garagerock klanken komen van The Echo uit Miami, die het nummer "Shadow" in 1968 op het Argee label uitbrachten en in 1965 bracht The Twelfth Night uit Orlando het nummer "Grim Reaper", een uitstekende garagerock song, via het eigen DIY label uit.
The Maundy Quintet was een band uit Gainsville, die in 1967 hun single "I'm Not Alone" / "2's Better Than 3", een prachtige pop song, uitbracht en zowel Don Felder als Bernie Leadon, die later met The Eagles succes zouden hebben.
In 1968 verscheen via het Adonis label de single "High Wednesday (I'll Stay With You)", een nogal rommelige song, van Blues Messengers uit Ft.Lauderdale.
Swingend is "She's Coming On Stronger" van The Outsiders uit Tampa, die van dit nummer in 1966 binnen korte tijd meer dan 5000 exemplaren wisten te verkopen.
Het nummer werd via het Knight label uitgebracht en had "Just Let Me Be" als B-kant "You Lied", een prima garagepoprock song, van The Dark Horsemen uit Jacksonville, verscheen in 1966 samen met "Girl, Stand By Me" op een single.
Via het Trip label verscheen in 1969 de single "Secrets" / "Who In The World", een psychedelische pop song, van The Squiremen uit Miami.
The Dead Beats uit Deland brachten hun single "Can't Go On This Way", een prima pop song, in 1967 uit en in dat zelfde jaar bracht The Rare Breed uit Gainsville hun tweede single "I Talk To The Sun", een garagepoprock song, via het Cool As Mouse label uit.
Uit Palaka kwam The Illusions, die in 1966 via zowel het Columbia als het A.C.P. label de single "Take My Heart"/ "I Know", een swingende poprock song, uitgebracht zag worden.
"She Means All The World To Me", een schitterende poprock song, die Beatles invloeden kent, komt van The Magic Circle uit Wildwood-Leesburg, Orlando.
The Jackson Investment Company kwam uit Lakeland en deze band maakte het schitterende "Not This Time", dat swingt als een trein en "What Can I Do?" als achterkant had in 1967.
De tweede uitgave van het Trip label heet "Miss'Blue Three Quarter", een fantastisch ruig garagerock nummer, dat door Neighborhood Of Love opgenomen werd en nogmaals verscheen via het Twin 102 label.
Uit Brevard County kwam Flower Power, die in 1967 het nummer "I Can Feel It" uit bracht, een psychedelische rock song met "Stop" als B-kant.
In april 1966 verscheen de single "Come On Everybody" / "I'll Get By Without You", een heerlijke rustige pop song, van The Members uit St.Petersburg.
Het Manhattan label bracht in 1967 de single "I Find It's True Love" / "Please Agree", een uitstekende uptempo pop song, uit, van de uit Orlando afkomstige band The Mysteries en dat jaar verscheen ook "I Will Make History", een vrij aardige rock song, van The Surprize uit Tampa, die door het Cent label werd
uitgebracht.
Via Tener verscheen in 1966 de single "Ain't It A Shame", een garagerock song, die door The Waveriders uit Orlando opgenomen werd en "Thing In G" als andere kant had.
Eveneens uit Orlando kwam de band The Undertakers en zij maakten in 1967 de single "Searching", een licht psychedelische pop song, die via het (Pine Hills) PH label verscheen.
Op de CD Psychedelic States - Florida In The 60s Vol.1 staat een heleboel heerlijke muziek van onbekend gebleven muzikanten en net als op de andere uitgaven is dit een aanrader voor iedereen, die geïnteresseerd is in jaren 60 muziek.
vrijdag 14 juni 2013
Review: Sigmund Snopek III - Virginia Woolf
Gear Fab 2000-(GF-160)
Eind jaren 60 was Sigmund Snopek III één van de figuren in Milwauki, Wisconsin, die zich serieus bezig hield met het maken van muziek.
Hij verzamelde een aantal muzikanten rond zich, die zijn muzikale ideeën deelden.
Dat waren James Gorton - zang en 12 snarige gitaar, Michael Lorenz - drums en percussie, James Paolo - basgitaar , akoestische gitaar en zang, Byron Wieman - sologitaar en zang, Leonn Kiekowski - drums, , Bou Hwang - viool en Pat Hening - viool.
De band noemde zich Sigmund Snopek & The Bloomsbury People en de muziek, die ze maakten was een mix van progressieve rock, klassiek, blues, psychedelische en experimentele rock, fusion en pop.
Hun LP "Virginia Woolf" werd in 1972 uitgebracht en in 2000 door het Gear Fab label heruitgegeven op CD, aangevuld met 2 bonus nummers.
De CD begint met een kort klassiek aandoend nummer, getiteld "Prelude El Ciudad", dat gevolgd wordt door "Orange", waarin de band een mix maakt van diverse stijlen muziek en tot halverwege overwegend experimenteel psychedelisch klinkt, maar dan over gaat in een swingende progressieve rock song met lichte Beatles invloeden.
Het volgende nummer heet "Blue" en duurt meer dan 13 minuten en ook hierin laat de band horen uitstekende psychedelische muziek te kunnen maken, die gemixt met experimentele rock, rock & roll, fusion en progressieve rock een weergaloos nummer op levert.
Vervolgens hoor ik "Elizabeth", een fantastische pop song, die overeenkomsten vertoont met de stijl van de Engelse band Nirvana uit hun begin periode.
Daarna volgt "Soothsayer's Dove", die de zelfde sfeer uit wasemt en zo nu en dan lichtelijk bombastisch klinkt en over gaat in de titel song "Virginia Woolf", waarin de band met een stukje onvervalste swingende jazz begint, maar dan over schakelt naar een drum solo, waarna opnieuw een overschakeling plaats vindt en de band verder gaat met experimentele jazz en swingende pop.
In "Song Of A Nation" laat de band een lekker swingende pop song horen en in "Epilogue", waarmee het LP gedeelte besloten wordt, hoor ik weer de overeenkomst met Nirvana.
De eerste van de 2 bonus tracks, "Lifencave Book Two (I Am The Moon-Schemamphorus-Culen Calleen-Lady Face)", uit 1973, dat in de Electronic Music Studio van de Universiteit van Wisconsin met minimale middelen is opgenomen en bijna 17 minuten duurt, krijg ik een fantastisch stuk voordrachtskunst te horen, waarin behalve Sigmund Snopek III ook Byron Wieman - zang en James Gorton - zang aan mee werken.
De volgende bonus track stamt uit 1987 en daarop spelen naast Sigmund, de volgende muzikanten een hoofdrol: Duane Stuermer - basgitaar, Brian Richie - 8-snarige bas en harp, Ramy Espinoza - sologitaar en Michael Lorenz - percussie.
Dit nummer ligt in het verlengde van zijn jaren 70 werk, geniaal dus, maar ook bombastisch, orkestraal en experimenteel en de muziek is het beste samen te vatten als RIO (Rock In Opposition).
Hulde aan Roger Maglio voor het uitbrengen van dit stukje pure kunst. Een meesterwerk!
Eind jaren 60 was Sigmund Snopek III één van de figuren in Milwauki, Wisconsin, die zich serieus bezig hield met het maken van muziek.
Hij verzamelde een aantal muzikanten rond zich, die zijn muzikale ideeën deelden.
Dat waren James Gorton - zang en 12 snarige gitaar, Michael Lorenz - drums en percussie, James Paolo - basgitaar , akoestische gitaar en zang, Byron Wieman - sologitaar en zang, Leonn Kiekowski - drums, , Bou Hwang - viool en Pat Hening - viool.
De band noemde zich Sigmund Snopek & The Bloomsbury People en de muziek, die ze maakten was een mix van progressieve rock, klassiek, blues, psychedelische en experimentele rock, fusion en pop.
Hun LP "Virginia Woolf" werd in 1972 uitgebracht en in 2000 door het Gear Fab label heruitgegeven op CD, aangevuld met 2 bonus nummers.
De CD begint met een kort klassiek aandoend nummer, getiteld "Prelude El Ciudad", dat gevolgd wordt door "Orange", waarin de band een mix maakt van diverse stijlen muziek en tot halverwege overwegend experimenteel psychedelisch klinkt, maar dan over gaat in een swingende progressieve rock song met lichte Beatles invloeden.
Het volgende nummer heet "Blue" en duurt meer dan 13 minuten en ook hierin laat de band horen uitstekende psychedelische muziek te kunnen maken, die gemixt met experimentele rock, rock & roll, fusion en progressieve rock een weergaloos nummer op levert.
Vervolgens hoor ik "Elizabeth", een fantastische pop song, die overeenkomsten vertoont met de stijl van de Engelse band Nirvana uit hun begin periode.
Daarna volgt "Soothsayer's Dove", die de zelfde sfeer uit wasemt en zo nu en dan lichtelijk bombastisch klinkt en over gaat in de titel song "Virginia Woolf", waarin de band met een stukje onvervalste swingende jazz begint, maar dan over schakelt naar een drum solo, waarna opnieuw een overschakeling plaats vindt en de band verder gaat met experimentele jazz en swingende pop.
In "Song Of A Nation" laat de band een lekker swingende pop song horen en in "Epilogue", waarmee het LP gedeelte besloten wordt, hoor ik weer de overeenkomst met Nirvana.
De eerste van de 2 bonus tracks, "Lifencave Book Two (I Am The Moon-Schemamphorus-Culen Calleen-Lady Face)", uit 1973, dat in de Electronic Music Studio van de Universiteit van Wisconsin met minimale middelen is opgenomen en bijna 17 minuten duurt, krijg ik een fantastisch stuk voordrachtskunst te horen, waarin behalve Sigmund Snopek III ook Byron Wieman - zang en James Gorton - zang aan mee werken.
De volgende bonus track stamt uit 1987 en daarop spelen naast Sigmund, de volgende muzikanten een hoofdrol: Duane Stuermer - basgitaar, Brian Richie - 8-snarige bas en harp, Ramy Espinoza - sologitaar en Michael Lorenz - percussie.
Dit nummer ligt in het verlengde van zijn jaren 70 werk, geniaal dus, maar ook bombastisch, orkestraal en experimenteel en de muziek is het beste samen te vatten als RIO (Rock In Opposition).
Hulde aan Roger Maglio voor het uitbrengen van dit stukje pure kunst. Een meesterwerk!
Abonneren op:
Posts (Atom)