Gear Fab 1999-(GF-139)
Omstreeks 1966 begon Pete Miller, beter bekend als Big Boy Pete uit Norwich, Engeland, met het maken van psychedelische muziek.
In de periode 1961 - 1965 was hij gitarist in de band Peter Jay & The Jaywalkers en van 1966 - 1969 in The News.
Hun enige single, die het vinyl haalde was "Baby I Got News For You" uit 1966, waarop behalve Micky Waller ook diverse leden van The Herd meespeelden.
Tussen 1966 en 1968 nam hij in zijn home studio honderden songs op, waarvan er de laatste jaren al veel via CD verschenen.
In 1967 had hij een contract met Polydor Records, waar hij de single "Cold Turkey" / "My Love Is Like A Spaceship" voor het sublabel Camp voor maakte, maar doordat de maatschappij niet Pete's naam op de single zette, maar in plaats daarvan The Performing Light Society, flopte die volkomen en ook de commerciële vooruitzichten voor de single waren slecht, omdat Pete weigerde mee te werken de plaat te promoten.
Ook de opvolgende single, "Nasty Nazi", die Pete voor het label opnam, bracht hem niet verder, want het Duitse Polydor weigerde het nummer uit te brengen en Pete's carrière kwam niet van de grond, iets dat hem trouwens ook niet interesseerde.
Tot 1969 bleef hij in zijn huis te Norwich songs opnemen, totdat hij naar San Francisco, Californië, verhuisde, waar zijn eerste LP, met daarop 14 onuitgebrachte songs in 1996 via het Tenth Planet label verscheen onder de titel "Homage To Catatonia".
Door deze release kreeg Big Boy Pete de aandacht, die hij verdiende en kwam er een vervolg in de vorm van de LP "Summerland", die eveneens door Tenth Planet werd uitgebracht.
Diverse andere labels brachten muziek van hem op de markt, onder andere Gear Fab, die "Cold Turkey" (GF-258), "The Margetson Demos" (GF-206), "World War IV; A Symphonic Poem" (GF-157) plus beide Tenth Planet releases, "Summerland" (GF-147) en "Homage To Catatonia", maar nu onder de titel "Return To Catatonia" (GF-139) op CD uitbracht.
De CD "Return To Catatonia" begint met "'Twas Not So Short Ago", een oosters klinkende psychedelische pop song, waarin Pete van de sitar gebruik maakt.
Daarna krijg ik een geweldige psychedelische pop song te horen, getiteld "Me", waarin de zang en muziek op die van The Beatles lijkt en in uptempo gespeeld wordt, die gevolgd wordt door "Summerland", een heerlijke rustige pop song met een aangenaam ritme en diverse tempowisselingen.
Dan hoor ik "Nasty Nazi", een vrij zwaar klinkende rock song, die redelijk experimenteel klinkt en gevolgd wordt door "The Raid", dat me aan de song "Days" van The Kinks doet denken, waarna ik "Creosote And Cream" te horen krijg, een vrolijk klinkende pop song.
Vervolgens hoor ik "Crystal Clear", eveneens een vrolijke pop song met een hoog meedans gehalte, waarop "Strontium Ninety Nel" volgt, waarbij ik onmogelijk stil kan blijven zitten en deze song swingt.
In "Convercircles" speelt Pete een rustige psychedelische pop song en in "The Day Stares Straight Back" een aangenaam klinkende swingende pop song, waarbij de zang vervormd is en er muzikaal geëxperimenteerd wordt.
"Henry Nut (Part Two)" is een heerlijke experimentele versie van deze song, waarin de zang klinkt alsof Pete helium heeft gebruikt om zijn stem te vervormen.
Met "Hung Up" laat Pete opnieuw een lekkere opgewekte popsong horen en met "Sums" eveneens en met "The Shelter" een schitterende pop song, die met dezelfde tonen eindigt, als waar de CD mee begon, dus met het oosterse geluid van de sitar.
Big Boy Pete is één van de vele talenten, die helaas gedurende de jaren 60 ondergewaardeerd bleef, maar eigenlijk in het rijtje muziekvernieuwers uit die periode thuis hoort en zijn schitterende muziek hoort dan ook in iedere collectie van muziek verzamelaars thuis.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten