donderdag 29 november 2012

Review: Ivory - Ivory

Gear Fab 2002-(GF-182)

De basis voor de band Ivory werd op high school te Boron, California, gelegd toen Ken Thomure - sologitaar en zang en Mike McCauly - keyboards en zang gingen samen spelen.
Ze traden op in Edwards militaire luchtmacht basis in hun woonplaats, in jongeren clubs, op schoolfeesten, bij openingen van supermarkten, bij bandjes wedstrijden en verder overal waar ze maar konden spelen.
Na hun high school besloten ze naar Hollywood te verhuizen om daar een nieuwe band te beginnen en troffen zangeres Christine Christman uit Westchester, Los Angeles, daar, waar ze mee gingen samen spelen.
De band verhuisde naar Sunset Strip en gingen samen wonen met een stel kunst studenten en verdienden de kost door in kleine clubs rond Santa Monica en Hollywood te spelen.
Hun manager, Tony Christian, hielp ze met het vinden van een repetitie ruimte, het krijgen van een platen contract en een underground film soundtrack.
Na een jaar nam Ivory hun gelijknamige debuut album op, die in 1968 door het Tetragrammaton label uitgebracht werd, waardoor de band betere optredens op grotere podia kreeg en een optreden mocht doen in de Tonight Show.
Ook toerden ze door Colorado, waar ze in bijna elke plaats speelden en bij radio stations te gast waren om hun LP te promoten en tijdens hun live optredens werden ze bijgestaan door een drummer en basgitarist, vergezeld door een toermanager.
Helaas zou het hun laatste toer worden, want Mike moest in het leger en werd naar Vietnam gestuurd en Ken en Christine gingen daarna ieder hun eigen weg.
Hun LP Ivory bevat 10 eigen nummers, waarvan het eerste "Silver Rains" heet, een schitterende psychedelische song in de stijl van Jefferson Airplane, die in een niet te hoog tempo gespeeld wordt.
Vervolgens hoor ik "Free And Easy", een heerlijke progressieve rock song, waarin een mix met jazz gemaakt wordt en
deze wordt gevolgd door "Losin' Hold", een opgewekt klinkende rustige pop song.
Daarna krijg ik "Laugh" voorgeschoteld, dat een mooie licht psychedelische pop song is, waarin de band op zijn best is.
Dan volgt "A Thought", een fantastische swingende progressieve rock song, waarbij het onmogelijk is stil te blijven zitten.
Één van de beste songs van de CD vind ik "I, Of The Garden", waarin een mix wordt gemaakt van psychedelische en progressieve rock met een licht hypnotiserend ritme, waarbij de keyboards de hoofdrol heeft.
"All In My Mind" is weer zo'n schitterende psychedelische pop song en "A Light" een lekker klinkende progressieve  pop song.
In "Last Laugh" laat de band een vrij commercieële swingende pop song horen, waarbij het dans gehalte hoog is.
De laatste song heet "Grey November" en hierin maakt Ivory een uitstekende mix van progressieve en psychedelische rock en dit is één van de hoogtepunten van deze geweldige CD, die geen mindere songs bevat en volgens mij in ieders muziek collectie hoort te zitten.

donderdag 22 november 2012

Review: The Bards - The Moses Lake Recordings

Gear Fab 2002-(GF-183)

Begin jaren zestig werd op Moses Lake High School, in Washington State, de band The Continentals opgericht, die uit studenten van deze High School bestond en regelmatig van samenstelling wisselde, omdat er steeds mensen afstudeerden, naar college gingen of in het leger moesten.
De uiteindelijke samenstelling bestond uit: Mike Balzotti - keyboards en zang, Mardig Sheridan - sologitaar en zang, Chuck Warren - basgitaar en zang en Bob Galloway - drums en zang.
Na acht jaar veranderde de band de bandnaam in The Bards en speelde in bijna elke dancing in het noordwesten van Amerika, maar ook waren ze regelmatig te horen via radio stations en namen ze singles op, die uitgebracht werden door labels als Jerry Dennon's Picadilly, Panorama, Jerden, Capital en Parrot.
De band deelde het podium met onder andere The Dave Clark Five, The Animals, The Rascals en The Turtles en op het hoogtepunt van hun succes met Tommy Roe.
In 1968 maakten ze hun meesterwerk "The Moses Lake Recordings", waarin de 20 minuten durende rock opera "The Creation" is opgenomen, die geproduceerd werd door Curt Boetcher en Keith Olsen.
Daarop staan 13 nummers, hoewel er op de CD slechts 7 vermeld staan, maar dat komt omdat één van de nummers in 6 delen onder verdeeld is op de CD, terwijl die als 1 te boek staat.
Het openings nummer heet "Rainy Days I Had With You", een vrolijke pop song, die aan zet tot dansen en gevolgd wordt door "Laredo", een lekker klinkende progressieve rock song, waaraan blazers zijn toegevoegd.
Vervolgens hoor ik "Oobleck", een schitterend stukje progressieve rock, dat een soort sprookje is, waarin een gesproken en gezongen tekst zit.
Daarna volgt "Moses", een heerlijke swingende song met religieuze ondertoon, waarnade band vervolgd met één van de beste songs van de CD, getiteld "Reluctantly And Slow".
Dit swingende progressieve rock nummer bevat, behalve een aanstekelijk ritme, een hoog meeswing gehalte en neigt lichtelijk naar de stijl van Vanilla Fudge gemixt met jazz invloeden.
Dan is het tijd voor "The Creation", waarvan het eerste deel "And The Light Broke" heet, dat een gesproken intro heeft, waarna het over gaat in het volgende deel "He Made The World", een uitleg over het ontstaan van de wereld.
Dan vervolgd de band met een stukje gesproken tekst "Seven Seas", waarin te horen valt hoe God verder gaat met het maken van de aarde en de zeeën, dat gevolgd wordt door "Green, Green Grass", een vrolijk stukje pop muziek.
Vervolgens krijg ik "I'll Make Me A Man" te horen en nu kom ik aan de weet war er verder gebeurde en laat de band me weten, dat de volgende stap het maken van een man was en dit is een heerlijk progressief rock nummer.
Het volgende gedeelte heet "Up From The Bed Of The River", dat eveneens lekker progressief klinkt en swingt.
Het laatste deel van "The Creation" heet, hoe kan het ook anders, "Amen" dat slechts 25 seconden duurt en eindigt met het luiden van kerkklokken.
Het laatste nummer van de CD heet "Hollow Man", het afsluitende gedeelte van de rock opera, dat een ode aan God is en ook dit is een schitterende vrij progressieve rock song.
Ondanks het feit, dat een gedeelte van de CD over het geloof gaat, is dit een fantastische uitgave, die meer dan alleen maar religieuze getinte muziek bevat en beter onder de term progressieve rock gerangschikt zou kunnen worden.

vrijdag 16 november 2012

Review: Day Blindness - Day Blindness

Gear Fab 2002-(GF-184)

Day Blindness werd in 1968 te San Francisco, California, opgericht uit 2 verschillende high school bands.
Gary Phil - zang en sologitaar en Felix Bria - zang, basgitaar en orgel vormden met Roy Garcia - drums de band, die onder de naam Day Blindness zou gaan spelen.
Ze traden op in de streek rond Bay gedurende het jaar erna en speelden in het voorprogramma van Sly & The Family Stone en toen Marc Tabucci een kleine studio bouwde, nam de band, waarvan drummer Roy werd vervangen door Dave Mitchell, daar hun LP "Day Blindness" in 1969 op.
Gedurende de sessies liepen Bob Dylan en Janis Joplin de studio binnen om de band adviezen te geven voor zowel de song titels als het hoes ontwerp, dat van de hand van Carole Culver komt.
Kort nadat de LP opgenomen was, ging Day Blindness uit elkaar en hun nalatenschap bestaat dus enkel uit de 8 songs van de LP.
Het openingsnummer heet "Still Life", dat werkelijk fantastisch klinkt en hierin is meteen al te horen dat de band sterk beïnvloed is door The Doors.
De zang heeft dan ook wel enige gelijkenis met die van Jim Morrison, maar de muziek van dit nummer is nog een stukje progressiever dan die van The Doors en hierin zitten diverse prima tempowisselingen.
Het volgende nummer heet "Jazz Song" en dit is een geweldig kort swingend instrumentaal stukje progressieve rock, dat gevolgd wordt door "Middle Class, Lament", een progressieve rock song waarin blues invloeden te horen zijn.
Vervolgens krijg ik "I Got No Money" voorgeschoteld en ook dit prima werkje bevat blues invloeden en bevat enkele uitstekende tempowisselingen.
Daarna volgt "House And A Dog" een zeer swingende progressieve blues rock song en deze wordt gevolgd door het lekker klinkende "Live Deep", waarin de Doors sound weer sterk naar voren komt.
Dan krijg ik een langzame blues song te horen, getiteld "Young Girl Blues", waarna de band helemaal los lijkt te gaan in het laatste nummer dat "Holy Land" heet.
Als ik niet beter wist, zou ik denken dat dit meer dan 12 minuten durende nummer een verloren song van The Doors was en hier hoor ik de band op hun best, want dit nummer swingt niet alleen, het is ook progressief, eigentijds en
heeft een sterk hypnotiserend ritme.
De CD "Day Blindness" is voor mij één van de beste uitgaven van Gear Fab en behoort in het rijtje meesterwerken thuis.

vrijdag 9 november 2012

Review: Psychedelic States - New York In The 60s Vol.1

Gear Fab 2002-(GF-185)

In de geweldige serie Psychedelic States is het deze keer de beurt voor "New York In The 60s Vol.1" en op deze CD staan 28 songs van even zoveel bands.
De CD begint met The Mark IV uit Poughkeepsie-Mahopac die het garagerock nummer "Don't Want Your Lovin'", uit 1966, spelen, waarin diverse tempowisselingen zitten, waardoor de song de ene keer rustig en de andere keer heftig klinkt.
Het volgende nummer komt uit 1968 van Plastik People uit Bayside, Queens en heet "Wait", een lekker klinkende garagerock song, met psychedelische invloeden.
Daarna volgt "Last Stop", een schitterende garagerock song, waarin het ritme aanstekelijk klinkt en het nummer goed dansbaar is en dit wordt gespeeld door Jerry & The Gems uit Bronx, die dit nummer in 1966 uitbrachten, dat "Summertime" als B-kant had.
Uit Rochester kwamen The Darelycks, die in 1966 het nummer "Bad Trip", een heerlijk swingende pop song, via het Fine label uitbrachten met "Wait For Me" als achterkant. en dit wordt gevolgd door "Can't Get You Out Of My Heart", dat een prima dansbare beat song is uit 1966, die door The Rustics uit Lynbrook via het Ye Old King label verscheen en "Look At Me" op de andere kant had staan.
The Off Set uit Brooklyn maakte in 1968 het nummer "A Change Is Gonna Come", een vrij commercieele beat song met een uitstekend ritme, waarvan alleen een proef persing gemaakt werd.
"Superhog" is een fantastische progressieve rock song uit 1967 van The Jelly Bean Bandits uit Newburgh, die ook op hun LP staat, die door Mainstream werd uitgebracht in dat zelfde jaar.
The Shades Of Darkness uit Fredonia & Dunkirk brachten in 1967 de single "She Ain't Worth All That", een geweldige garagerock song, die gevolgd wordt door "Why Baby Why", een prima commerciële pop song uit 1967 van The Mistics uit Syracuse.
Daarna volgt "She Understands", een vrolijk klinkende swingende beat song uit 1965 van The Keepers uit Canarsie, Brooklyn, die via het Bracvura label verscheen en "Lost Love" als achterkant had.
Dan staat "Everybody Needs Somebody (To Love)", van The 3rd Evolution uit Bronx, als volgende op de lijst en dit nummer stamt uit 1966 en is gekoppeld aan "You're Gonna Lose The Only Love You Ever Had" en verscheen via Dawn.
Swingende garagerock klanken komen van The Descendants uit Yonkers en hun song "Lela" uit 1966, die Garden Of Eden" als andere kant had staan.
Ronduit geweldig vind ik de psychedelische garagerock song "She's Too Familiar Now" van Quadrangle uit New York City, die dat nummer in 1966 via Philips en het koppelden aan "No More Time".
Ook vrij psychedelisch klinkt "Freedom" van The Essentials, die eveneens uit New York City kwamen en hun single, waarvan "Sunshine Baby" de achterkant was, door het Kandy label uitgebracht zagen worden.
The Bay Ridge uit Brooklyn, die oorspronkelijk The Chosen Few heetten, maakten in 1967 voor Atlantic de single "Backtrack" /  "I can't Get Her Out Of My Mind", een uitstekend stukje pop.
"PLease Stay" van The Shan Dells uit Levittown en Wantaugh is een schitterende psychedelische pop song uit 1966 en had "Treat Me Like A Man" als B-kant, die door het Showcase label werd uitgebracht.
The Blue Chips uit Rego Park, Queens, maakten in 1967 een fantastische garagerock song, getiteld "Where", die samen met "Keep Looking For Love" op het Roaring Records label verscheen.
In 1965 bracht het Marko label de single "She" / "Knock On My Door", een swingende garage pop song uit van de uit Astoria, Queens afkomstige band The Primates.
De single "Why" / "Stay Away", een heerlijke garagerock song uit 1966, werd door het eigen Esquire label
uitgebracht door The Mystic Tide uit Woodbury en The Go-Nuts uit Brooklyn, brachten in 1967 de single "Be Mine" / "Flower", een lekkere psychedelische pop song, via het Demo-Disc label uit.
Uit Long Island kwam The Lemon Sandwich, die in 1967 de single "I Must Be Dreaming" / "Give Me Love", een prima psychedelische pop song, maakten voor La Salle en The New Black Window uit Jamestown zagen hun single "Baby Come Running" / "Little Girl", een goed dansbare pop song, via Vendetta verschijnen.
The Continentals, uit Messina, maakten in de zomer van 1966 "Sick And Tired", een geweldige garagerock song in Britse stijl, die "Almost A Man" als B-kant had en deze verscheen via Schenectady D&C.
"I'm Your Man", een fantastische swingende garagerock song, werd door The Denims uit Queens in 1965 uitgebracht door het Columbia label en had "Ya Ya" als andere kant en The Age Of Reason, uit North Bronx, maakte in 1967 het nummer "Dirty Shame", een op Britse leest geschoeide beat song, die niet uitgebracht werd.
Sportin' LIfe kwam uit Jericho en in 1968 bracht deze band de single "I Can't Wait Till Tomorrow", een swingend stukje psychedelische pop, via het Riba label uit, dat gevolgd wordt door "Baby, Bring A Way", een rustige pop song, uit 1966, van Poor Richard's Almanac uit New York City, die samen met "Never Again"op het Jody label verscheen en de laatste song, uit 1967, "All My Life" van The Taboos uit Long Island, die "So Sad" als achterkant had en via La Salle op de markt werd gebracht, is een lekkere garagerock song, die swingt.
Ook deze Psychedelic States staat vol geweldige songs en is de prijs van het aanschaffen meer dan waard.

zondag 4 november 2012

Review: Challenger's - Challenger's

Gear Fab 2002-(GF-186)

In de jaren 60 was het in Puerto Rico net als in de van de Verenigde Staten, want er waren veel jongeren in de muziekwereld actief en sommigen schreven hun eigen songs, terwijl anderen nummers van bekende artiesten coverden, maar er waren er ook, die beide deden en één van die bands noemde zichzelf Challenger's.
Hun muziek was geïnspireerd door bands als Vanilla Fugde, The Young Rascals en Santana en de band maakte een mix van die stijlen, maar ook schuwden ze niet het werk van The Beatles en Bob Dylan te spelen.
De band bestond uit: Rafael Marquez "Rafi" - sologitaar, Luis Velez "Wiso"- zang en basgitaar, Alex Rodriguez - zang, slaggitaar en conga's, Reno Habiff Moreno - zang en percussie, Jose Guzman "Tato" - orgel en piano en Jose Luis Kerkado - drums.
Challenger's brachten in 1969 hun gelijknamige LP uit, die in Puerto Rico opgenomen werd, via het Mariel label en daarop stonden 9 songs, waarvan 3 covers.
Het eerste nummer van de LP heet "Emily" en is een mix van Santana en Vanilla Fudge, die meteen al als muziek in mijn oren klinkt en dit nummer swingt als een tierelier en wordt gevolgd door het rustige "Martha Does", waarin eveneens zuid Amerikaanse klanken te horen zijn, die gemixt met de westerse pop muziek fantastisch klinken.
Vervolgens hoor ik "You Can't Mess With Joe", een swingende rock song, waarna de eerste cover te horen is en dat is de Bob Dylan song "Blowin' In The Wind", die in de rustige uitvoering van Challenger's door de zang een beetje een religieus gevoel bij me oproept.
Gelukkig duurt dat niet lang, want het volgende nummer "Letting You Know" swingt weer als een trein en het is dan ook moeilijk hierbij stil te blijven zitten.
De volgende cover, die ik te horen krijg is "It's For You", dat door Lennon-McCartney geschreven werd voor Cilla Black, maar de uitvoering van Challenger's is totaal anders, want de band maakt er een progressieve rock song van, al doet het met hand geklap begeleidend vocale gedeelte in het begin anders vermoeden, maar als de band invalt mondt dit uit in een heftige waanzinnig goede rock song, die in de stijl van Vanilla Fudge gespeeld wordt. 
Dan krijg ik weer een eigen nummer te horen, getiteld "Got To Tell You" en vind ik een zeurderige ballad, die gevolgd wordt door "Needles And Pins" in zuid Amerikaanse stijl gespeeld en ook dit vind ik niet zo geweldig, maar dat compenseert de band met het fantastische laatste nummer, genaamd "Little Big Man", waarin een mix van blues en progressieve rock wordt gemaakt.
De CD van Challenger's bevat enkele ijzersterke songs en ook enkele mindere, maar toch is deze uitgave de moeite van het aanschaffen zeker waard, al was het alleen maar voor de uitvoering van "It's For You".