maandag 29 augustus 2011

Review: The Panicks - The Complete Recordings

Gear Fab 2009 - (GF-236)

The Panicks ontstonden uit de resten van de country band “West Virginia Dude And The Mountain Dewers”.
The Mountain Dewers bestonden uit de gitaristen Bill Sobecki en Roger Everett, die samen met zanger The Dude en een accordeon speler de band vormden, maar nadat die accordeonspeler bij een truck ongeluk om het leven kwam, veranderde de band van stijl en begonnen ze rock & roll muziek te maken en werd de naam veranderd in The Panicks.
Nadat ze een aanbieding hadden gekregen om in een rock ‘n’ roll club te komen spelen, zochten ze een drummer, maar ontdekten dat Roger Everett dat kon.
Bob Dent kwam bij de groep als nieuwe sologitarist, maar ook trok de band Jim Pierce aan, een schoolvriend van Bob,zanger Teddy G en Don Fieldman als hun manager.
De band nam 2 eigen songs voor Akron Recording op, “Work” en "Treat Me Right", die Bill beide had geschreven en de single werd via het Dupree label uitgebracht, maar werd bijna niet gedraaid en deed dus nagenoeg niets, dat een teleurstelling voor de band betekende.
Eind 1965, begin 1966 werd het serieus voor de band en ze traden dan ook regelmatig 6 avonden per week op in diverse clubs in hun omgeving, maar ook speelden ze in het westen van Pennsylvanië en het noorden van Indiana, waarbij ze hun optredens op band opnamen.
Na deze tape beluisterd te hebben, werd deze opnieuw gebruikt bij het volgende optreden, zodat er dus weinig materiaal bewaard bleef.
In 1966 namen ze hun tweede single op in de Cleveland Recordings studio, getiteld "You're my baby" / "Lots Of Pretty Girls" en deze werd eveneens via het Dupree label uitgebracht, hoewel er geen connectie meer was met Akron Recording.
Nadat er onenigheid binnen de band was ontstaan, was het plezier van het spelen er gauw af en begin 1968 beloten de bandleden om te stoppen, ook al omdat bijna al hun apparatuur was gestolen.
Wat overgebleven is, zijn enkele opnamen, die gemaakt zijn tussen 1965 en 1968 plus de twee singles en deze staan op de CD "The Complete Recordings", die hier voor me ligt.
De CD bevat in totaal 19 nummers, waarvan er 6 instrumentale uitvoeringen staan van nummers, die ook in gezongen versie op de CD voorkomen, plus een alternatieve versie en een live opname, zodat er eigenlijk dus maar 11 oorspronkelijke songs op de CD staan.
Het openingsnummer "Don't Pick On Me" is een prima up-tempo beatsong met een aanstekelijk ritme en wordt gevolgd door het psychedelische "Each To His Own", waarin het orgel een belangrijke rol speelt.
Daarna volgt er een geweldige garagerocksong, getiteld "I'm Gonna Leave", dat één van mijn favorieten is.
"Love You So" is een popsong, waarin de beat verweven is en daarin kun je de invloed van de Merseybeatsound goed horen.
Dan volgt er een vrolijke popsong, "Stuck Up" en deze zou naar mijn mening niet in een hitparade hebben misstaan.
De volgende song heet "Stoned", maar heeft niets met het gelijknamige nummer van de Rolling Stones te maken, want
dit is een vrolijke song, waarin de band zich van harte uitleeft en er allerlei gekkigheid tussendoor gooit en deze song wordt in een serieuzere alternatieve versie nogmaals gespeeld, alleen zonder de gekkigheid er door, waardoor hij een stuk beter klinkt.
Dat de band prima nummers maakte hoor je in "You Laughed, I Cried", want dit is een sterke beatsong met een prima ritme en ijzersterke zang.
Dan is het tijd voor de singles, te beginnen met "Treat Me Right", dat zeker niet het beste nummer van de band is, maar als B-kant van de single volstaat en gevolgd wordt door de A-kant "Work", die ik persoonlijk een stuk beter vind klinken door het tempo, het ritme en de vrij rauwe zang.
"Lots Of Pretty Girls" is een goede popsong, die duidelijk op de hitparade gericht is en vrij commerciel klinkt, maar "You're My Baby", een garagerocksong geeft de single net iets extra's en de live uitvoering van het nummer, dat hier op volgt, doet daar helaas een beetje afbreuk aan, want het niveau van de studio opname ligt een stuk hoger, maar het blijft natuurlijk moeilijk nummers goed live op te nemen.
Vanaf dit punt staan er alleen maar instrumentale versies van de songs op de CD en de eerste is die van "You're My Baby" en deze klinkt fantastisch, maar toch mis ik de zang er in.
Dat heb ik eveneens met "I'm Gonna Leave", dat weliswaar zonder zang ook schitterend klinkt, maar er ontbreekt toch iets en ook bij "Don't Pick On Me", "Stuck Up" en "Love You So" is dat het geval, maar bij "Each To HIs Own" heb ik dat gemis niet en deze versie doet niet onder voor de gezongen uitvoering.
De CD van The Panicks bevat prima songs en hoewel de opnamekwaliteit niet overal optimaal is mag deze zeker niet in je collectie ontbreken.

woensdag 24 augustus 2011

Review: More Psychedelic Guitars / Psychedelic Visions: The Underground


Gear Fab 2010 - (GF-242)

In februari 2010 bracht het Gear Fab label de CD "More Psychedelic Guitars / Psychedelic Visions: The Underground" uit, met daarop 2 LP's waarop elk 10 nummers staan.
Van "More Psychedelic Guitars" zijn geen gegevens bekend, behalve de nummers die er op staan en zelfs de bandnaam ontbreekt.
"Psychedelic Visions" van de band The Underground bevat enkele gegevens, zoals het label, waar het op uitgebracht is (Mercury Wing), het bestelnummer, het jaartal (1967) en de schrijvers van de nummers.
Helaas staat er geen informatie over de bandleden op en behalve dan dat de naam Merk Currie vijf keer als schrijver genoteerd staat en ik neem aan, dat hij één van de bandleden is.
Het eerste deel van de CD "More Psychedelic Guitars", die overigens totaal instrumentaal is, begint met "Another Trip", een lekker swingend klinkend nummer, waar hoe kan het ook anders, de gitaar de hoofdrol in speelt.
"Really Got It Bad" heet het volgende stukje muziek en dit ook dit is een heerlijk sixties nummer, dat lichtelijk bluesy en psychedelisch klinkt en gevolgd wordt door "Out Of Touch", een luchtig nummer met een vrolijk ritme.
Daarna hoor je "The Letdown", dat me aan The Shadows doet denken en dan vervolgens "Psychedelic Ago-go", waarvan de titel me de hoop geeft, dat het flink psychedelisch gaat zijn, maar ik kom bedrogen uit, want dit is gewoon een stukje instrumentaal, zoals vele andere.
Dan volgt "Flower Power", dat de tonen van "Skinny Minny" bevat, maar zeker niet verkeerd klinkt.
"Can You Dig It?" volgt nu en dit is een vrij rustig nummer, dat me prima in de oren klinkt, waarna er een bluesy
psychedelisch nummer komt, getiteld "Sit In", het beste nummer van deze LP.
Ook in "Lost In Space" hoor ik geen speciale dingen,maar dit is wel een lekker in het gehoor klinkend popnummer.
Als laatste staat het Shadows-achtige "Psychedelic Venture" op de LP, dat de zestiger jaren sfeer prima weergeeft.
Het tweede gedeelte van de CD, de LP "Psychedelic Visions" klinkt meteen al een stuk ruiger doordat de band met "Psychotic Reaction" start en dit is een pure garage-rock song, waarbij het tempo zo nu en dan vrij hoog ligt en de zang lekker rauw is.
Het volgende nummer "Shout", dat door The Isley Brothers geschreven werd, is door velen gecoverd en dus ook door The Underground, die daar hun eigen garage-rock draai aan geven en het nummer wat extra snelheid meegeven.
Dan volgt er een rustig eigen nummer, getiteld "Psychedelic Dream", dat gevolgd wordt door "Psychotic Vibrations", weer een nummer geschreven door Merk Currie, dat wel wat van de song Suzie-Q weg heeft, maar door de psychedelische effecten weet de band toch een eigen sound te creeeren.
De garage-rock uitvoering van "Tobacco Road" is werkelijk schitterend en "Turn On Your Love Life", die daarop volgt, mag er ook zijn en de band gebruikt hierin het orgel op geweldige wijze en maakt van het geheel een spektaculair nummer.
"We Ain't Got Nothing Yet" is weer een lekkere garage-rock song, die gevolgd wordt door drie eigen composities, waarvan het instrumentale titelnummer "Psychedelic Visions" een exacte kopie is van het door velen gecoverde "Greensleeves".
Daarna hoor je "Mind Jammer", dat eveneens instrumentaal is en tot de helft van het nummer een gezapig stukje muziek is, waarna de band me verrast en overschakelt naar een ruig vervolg en een sneller ritme, dat ook een stuk psychedelischer klinkt, om vervolgens de laatste 20 seconden terug te keren naar het gezapige uit het begin.
De LP/CD sluit af met het vrij progressief psychedelische "The Warper", dat net als voorgaande twee nummers geheel instrumentaal is.
Deze CD is zeker het beluisteren waard, ondanks het feit dat hij twee gezichten heeft.

donderdag 18 augustus 2011

Review: Goliath - Goliath

Gear Fab 2009 - (GF-238)

Goliath uit Louisville, Kentucky, werd in 1969 opgericht, nadat The Sons Of Sound en The XL's uit elkaar gingen en de bands zich samenvoegden.
Ze hadden alleen het probleem, dat er 3 leden basgitaar speelden, dus er werd besloten, dat er 1 overschakelde naar gitaar en 1 naar zang,
zodat er dus 1 basgitarist overbleef.
De eerste formatie bestond uit: Bill Peters - basgitaar, Steve Peters - drums, George Phelps - gitaar, Ted Bennett - hammond orgel en George "Charlie" Egy - zang.
Na enkele maanden werd Ted Bennett vervangen door Paul "Doug" Mason en in deze samenstelling maakte de band de nummers voor deze CD "Goliath",
met uitzondering van het nummer "Kentucky Roads", waarop Joe Adams gitaar speelde en Jim Kitchen de zang voor zijn rekening nam.
Alle songs werden in 1970 in de Allen - Martin studio te Louisville opgenomen en gere-mixed en gemasterd in 2009 door Joe Petach in de Sound Images studio te Cincinnati, Ohio, waarbij nog opgemerkt kan worden, dat de band alle 12 nummers zelf schreef.
De CD begint meteen lekker met "Talking Back Roads", een stevige blues song met een licht progressieve achtergrond.
Vervolgens hoor je "Chessboard Kings", een vrij rustige kruising van pop en blues, die eveneens tegen het progressieve aan zit.
"I Feel Like I'm Gonna Die" is ook een mix van progresieve rock en blues, die gevolgd wordt door "Kwak", dat iets meer dan 6 minuten duurt en de eerste echte progrock song op de CD is en voor mij daardoor meteen het beste nummer.
Dan volgt "Sunny Days", een erg rustig popnummer, waarin halverwege een prima wending aan de muziek wordt gegeven naar het progressievere en dat een andere kant van de band laat horen.
Lekkere country rock hoor je in "Kentucky Road", dat in een up-tempo gespeeld wordt en "Innocence Of My Mind", dat net als het opvolgende "In The Summertime" eveneens een country-achtige song is en ik bespeur, dat de band langzaam overgeschakeld is naar een andere muzieksoort, als waarmee de CD begon, want ook "I Think It's Kind Of Nice" ligt in dezelfde lijn.
Net als ik dat geschreven heb, verrast de band me weer met het ruige "Mother Rat", een kruising van progressieve rock en stevige blues, waardoor het tot mijn favorieten behoort.
Meteen daarna neemt Goliath weer gas terug en brengt een rustige popsong ten gehore, getiteld "Words".
De afsluitende song heet "It's Your Land", een lekkere in het gehoor klinkende popsong met hoog mee zinggehalte.
De CD van Goliath is een mix van verschillende stijlen en daardoor een beetje onevenwichtig, maar over het geheel genomen is het toch een goede release geworden, die ik zeker niet had willen missen.

zondag 14 augustus 2011

Review: Tormentors - Hanging 'Round

Gear Fab 2009 - (GF-240)

Over de Tormentors, die uit de omgeving van Los Angeles, California, kwamen, zijn niet veel feiten bekend, behalve dan dat ze verscheidene singles
uitbrachten via de labels Royal en Kenwood en dat ze een LP uitbrachten, die via het Royal label verscheen.
Ook de namen van de bandleden zijn bekend dat zijn: Mark Davis - sologitaar, Dan Davids - basgitaar en orgel, Lee Harper - ritme gitaar en zang en Tim
Daley - drums en zang.
De LP "Hanging 'Round" verscheen in 1967 en bevat 12 songs, waarvan er 11 door de bandleden geschreven werden en deze begint met het schitterende
"Didn't It Rain", dat een lekker ritme heeft en zeker hitkansen gehad moet hebben, gezien het feit, dat de tekst makkelijk meezingbaar is.
Ook de volgende song "Capricious Lolita", die behoorlijk commerciël klinkt en eerlijk gezegd enigszins aan de sound van The George Baker Selection en Cats
doet denken, acht ik in staat geweest de hitparade te halen.
"Blue Blooded Lady" is weliswaar iets ruiger, maar blijft toch gewoon een lekker klinkende popsong.
Één van de beste songs van "Hanging 'Round" vind ik "Childhood Memories", een vrij rustig nummer, waarin de dwarsfluit gebruikt wordt en de muziek een
aanstekelijk slepend ritme heeft.
Vervolgens het nummer "Still In Love With You Baby", dat ook bij verscheidene andere bands op het repertoire stond en deze cover heb ik beter uitgevoerd
horen worden en dit is voor mij één van de minste songs.
Vrolijk wordt het met "What's Goin' On" en dit nummer heeft een dixieland / big band gehalte, dat hier hoog ligt en het nummer swingt dan ook lekker.
Met "Black Coffee" laat de band horen niet alleen commerciele nummers te maken, maar ook de stevigere popmuziek richting garage rock te kunnen maken.
Dat zet zich voort in "She's Gone", een song, die in de richting van de stijl van The Animals komt en daarom al voor mij tot de besten van de CD gerekend
kan worden.
Ook "'Cause You Don't Love Me" is een kruising tussen een garage rocksong en een popsong en deze klinkt prima, waarbij het tempo gemiddeld te noemen is.
"Hey, Hey, Little Girl" grijpt terug naar begin jaren 60 en komt me een beetje zeurderig over, maar klinkt desondanks toch niet verkeerd.
Met "It's Not Over" houdt de band die stijl vast en voor dit soort muziek moet je in een bepaalde stemming zijn vind ik, want het klinkt me allemaal een
beetje te gladjes.
Het laatste nummer "Sounds Of Summer", een instrumentaaltje, is van hetzelfde laken een pak en kan me dus niet echt meer bekoren.
Op de CD "Hanging 'Round" laten The Tormentors horen, prima muziek te hebben gemaakt, maar ook laat de band hierop twee verschillende gezichten zien,
zodat ik alleen maar kan schrijven, dat hij zeker het beluisteren waard is.

donderdag 4 augustus 2011

Review: Chaplin Harness – Chaplin Harness + Chaplin Harness – Chaplin Harness II

Gear Fab 2009 - (GF-237)                                                         
Gear Fab 2010 - (GF-246)


In 1969 nam de zes mans’s formatie Chaplin Harness, uit New Jersey, in de Mod Sound studio te Camden een aantal nummers op, met de bedoeling er een LP van te laten persen.
Helaas bleef het daarbij, op een paar test persingen na en pas in 2005 verschenen de nummers van de opnamen op twee LP’s, die door Void records uitgebracht werden.
In 2009 en 2010 werden die opnamen door het Gear Fab label nogmaals uitgebracht, maar ditmaal op CD onder de naam Chaplin Harness en Chaplin Harness II.
De band bestond uit: Raymond Bozath – zang, Edward Monroe – gitaar, William Vespe – drus, Joseph Mingori – keyboards, Nicholas Fanelli – basgitaar en Rick Iannaconne – gitaar.
De muziek van de band is een mix van funk, psychedelische rock en blues en alle nummers werden door de bandleden geschreven.
Het openingsnummer “Chances” is een swingende song, die door de keyboards wordt gedomineerd, waarin overeenkomsten met de zang van Grand Funk Railroad hoorbaar zijn.
Tegen het einde van het nummer wisselt het tempo, waarna een korte pauze ingelast wordt en ik krijg het idee, dat het laatste stuk van deze song eigenlijk een apart nummer is.
Één van de twee lange nummers “Dit Dewey Man” swingt als een trein en kent vooral blues invloeden en ook hierin speelt het keyboard een grote rol.
“Without You” is een rustig nummer, dat gevolgd wordt door “Stitch” een nummer, dat psychedelisch en jazzy is, waarin de band flink improviseert.
Dan volgt “Walk On Mister”, een lekker klinkende blues song en daarna krijg je het langste nummer te horen, dat “3/4 Plaything” heet en instrumentaal is.
Hierin gaat Chaplin Harness helemaal los en dit is ongetwijfeld het beste nummer van de CD, compleet met een korte drumsolo en weer een sterke rol voor de keyboards, die het geheel  te gek laat swingen en ook hierbij krijg ik het idee, dat de band lekker aan het jammen is.
Vervolgens hoor je “High On A Happy”, dat in een top 100 uit die tijd, niet zou hebben misstaan, want het nummer heeft volgens mij hitpotenties genoeg.
Het klinkt lekker in het gehoor, de tekst is meezingbaar en swingt, waardoor stil blijven zitten erg moeilijk is.
“Sheila” is een rustig instrumentaal nummer, waarin keyboards speler Joseph Mingori zijn kunsten op de piano laat horen, gevolgd door “Peat Moss”, één van mijn favoriete nummers,
dat een up-tempo swingend jazzy ritme heeft, waarna deel 1 afgesloten wordt met “Sure Am Sorry”, dat de blues kant op gaat.
De CD Chaplin Harness II ligt in het verlengde van de voorgaande, maar in tegenstelling hiervan is de bezetting in verschillende songs uitgebreid met Geri Mingori – zang, John Tiberi – keyboards, Phil Argentina - basgitaar en Greg Hayes – keybords en dat is in sommige songs goed te horen, want ze roepen een heel andere sfeer op.
In bijvoorbeeld “In My Dream”, dat door Geri gezongen wordt, een symfonisch begin heeft en erg funky ritme, krijg je het idee met een totaal andere band te maken te hebben.
Ook de manier van spelen op de synthesizer is daar debet aan, maar desondanks klinkt het geheel prima.
De uitschieter van deze CD, het meer dan twaalf minuten durende “Jack”, is daar ook een mooi voorbeeld van, want op dit instrumentale nummer speelt de band pure jazzrock en ook nu is er weer tijd voor een korte drumsolo.
De 2 CD’s van Chaplin Harness klinken prima en zijn zeker de moeite van het beluisteren waard.