Gear Fab 2001-(GF-163)
De band David begon in 1963 te Collingwood, Ontario, Canada, toen Francis Webster ging samen spelen met 4 andere muzikanten onder de naam The Marcatos.
Ze maakten een mix van de muziek van The Beatles, rhythm & blues, top 40 muziek en Tijuana brass en in 1964 kwam ook John Webster, de broer van Francis, bij de band.
In 1966 verhuisde de band, die zich toen David noemde, naar Toronto en bestond op dat moment uit: Francis Webster - zang, sologitaar en basgitaar, Bill Szekeres - basgitaar, John Webster - zang, sologitaar en trompet, Ted Grimes - trompet, Tony Lecallon - drums, Cliff Snyder - trombone, piano en orgel enDeborah Kelly - zang.
Het jaar erna was de band erg succesvol in het live circuit in het zuiden van Ontario en in 1968 werd hun LP "David" opgenomen, die veel gedraaid werd op de radio, waardoor ze de aandacht trokken van de manager van The Kinks en met hem onderhandelden over een management, maar kort na het uitbrengen van de LP, ging de band uit elkaar.
De LP, die in de Sound Canada Recordings Center Don Mills te Ontario werdopgenomen, bevat 11 songs, waarvan er 9 door de band zelf geschreven werden en de eerste daarvan heet "Little Boys".
Dit is een lekker in het gehoor klinkende swingende uptempo pop song, die gevolgd wordt door een schitterende ballad, getiteld "Lovely Lady".
Vervolgens krijg ik "Never Been In Love" te horen, een fantastische licht psychedelische pop song, die in een gemiddeld tempo gespeeld wordt en uitstekend gitaar- en blazerswerk bevat.
Daarna volgt de song "Cup Of Tea", waarin de band een vrolijke mix maakt van muziek in de stijl van The Bonzos, fitties muziek en comedy en deze wordt gevolgd door hun uitvoering van de Beatles song "Hey Jude", die uitstekend klinkt en waarin te horen is, dat deze band kwaliteiten genoeg had.
Met "Flight Of The Egyptian Army" schotelt de band me een prachtig instrumentaal stukje brassrock voor en in "Because I'm Black" laat de band me een heerlijke rustige pop song horen.
"Descension" is een pop song, waarin diverse prima tempowisselingen zitten en die naar de jaren vijftig neigt, maar eveneens vrij progressief klinkt en door deze mix wordt dat een prachtige song.
Dan krijg ik de bewerking van "The House Of The Rising Sun" te horen, die me in begin stadium niet echt kan bekoren, maar hoe meer het nummer vordert, des te beter wordt dit nummer en door creatief gebruik van de trompet mondt dit uit in één van de beste songs van de LP.
In "Alvin J. Ashtray" krijg ik een geweldige swingende progressieve rock song te horen, die door het gebruik van blazers weer net iets extra's mee krijgt en op het repertoire van Janis Joplin had kunnen staan.
Het laatste nummer heet "Take My Hand" en is een fantastische mix van brassrock en progressieve rock en daarmee sluit de band de plaat op uitstekende wijze af.
Roger Maglio heeft ook met deze CD uitgave een schitterend stuk muziek voor de liefhebber terug op de markt gebracht, dat het beluisteren meer dan waard is.
Hulde!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten