vrijdag 28 september 2012

Review: Nosy Parker - Nosy Parker

Gear Fab 2002-(GF-189)

Nosy Parker begon in 1975 te Whitestone, Queens, New York, als een duo, bestaande uit: Tom Viola - sologitaar en zang en Joe Celano - zang, slaggitaar en saxofoon.
Nadat dit duo een optreden had gedaan in de Penn State Universaty, besloten ze een band te vormen met Bill Viola - drums, percussie en Moog synthesizer en Tony Abbate - basgitaar en synthesizer.
Hun repertoire bestond uit eigen geschreven songs, die erg belangrijk voor hen waren, want er zat een verhaallijn in.
Via enkele vrienden, ontmoetten ze Floyd O'Neil, die hun muziek in zijn thuis studio opnam, maar door hun krappe financiële budget moest dat snel gebeuren en hun LP werd in slechts 2 dagen opgenomen en kan dan ook beschouwd worden als een "Live in de studio" product.
De LP, die in 1975 verscheen in een beperkte oplage van 500 stuks, bevat 10 nummers, waarvan "Widow's Walk" de eerste is.
Het nummer is een mooie pop song, die invloeden kent van Ralph McTell en The Strawbs en gespeeld wordt in een uptempo, die wordt gevolgd door "Buskers And Street Musicians", een schitterende pop song, waarin eveneens folk invloeden verweven zitten.
Daarna volgt "Notre Dame" een meer dan 10 minuten durende folk song, waarin de band een prachtig stuk muziek laat horen.
"Wizards In The Afternoon" is een heerlijke rustige folk song en "Song For A Gentle Lady" is een ijzersterke symfonische folkrock song, die in uptempo wordt gespeeld.
Dan volgt "Lucy Gray", dat weer zo'n prachtige rustige song is, waarin de band hun voorliefde voor de muziek van folk artiesten als Ralph McTell, Byrds en Strawbs laat horen.
In "Silver Wings" hoor je Nosy Parker weer een rustig nummer spelen en in "Beyond Beaujolais" is dat eveneens het geval.
Ook in "Leave The Last Day For The Sun" verandert de band niet van snelheid en deze mooie pop song, wordt gevolgd door de laatste song van de LP, getiteld "Widow's Walk" en dit is de akoestische versie van het nummer, die zeker niet onder doet voor de versie, waar de LP mee begon.
De CD Nosy Parker bevat vrij goede folk, die de liefhebber van deze muzieksoort zeker zal weten te waarderen. 

vrijdag 14 september 2012

Review: Psychedelic States - New York In The 60s Vol.2

Gear Fab 2002-(GF-192)

In de serie Psychedelic States is het deze keer tijd voor New York In The 60s Vol.2 en op deze CD staan 29 songs van even zoveel bands.
Het openings-nummer komt van The Chain Reaction uit de Bronx, die in 1964 onder de naanm The Strangeurs werden opgericht.
Hun single "When I Needed You", een schitterende garagepop song, uitgebracht door het Date label in 1966 had "The Sun" als B-kant en één van de bandleden, Steve Tallercio, zou later zijn naam veranderen in Steve Tyler en de band Aerosmith oprichten.
De tweede single van U.S. Stamps heette "Put The Wool", een lekker klinkende garagepop song uit 1967, die via het Galiko label verscheen met "We'll Find A Way" als achterkant.
In 1968 bracht het Copra label de single "The Inner Truth" / "The Subterranean Edible Fungus", een psychedelische rock song, uit van The Weird Street Carnival uit Porchester.
The Scoundrels uit Brooklyn maakten in 1966 de single "Devil's Daughter" / "Up There", een snelle garagerock song voor het ABC label en in 1968 veranderde de band hun naam in Lt. Garcia's Magic Music Box, die dat jaar de LP "Cross The Border" voor het Kama Sutra label uitbrachten.
Uit Astoria, Queens, kwamen the Primates, die hun single "She", een prima pop song, in 1965 voor het Marko label uitbrachten met "Knock On My Door" als andere kant.
1966 Was het jaar dat The Cavemen uit Rochester de single "Bo Diddley" / "All About Love", een garagerock song door het Capital Star Artist label uitgebracht zagen worden en in dat zelfde jaar verscheen ook de single "Mean Willy", een fantastische garagerock song met "Lost Generation" als achterkant, via het Bruce Porter's Lee label, gemaakt door P.B. & The Staunchmen uit Dansville.
The Weads uit Stonybrook, Long Island, brachten in 1965 de single "Don't Call My Name", een psychedelische pop song via het Duane label uit met "Today" als B-kant en in 1967 bracht het Solid Sound label de single "Frustration", een heftige garagerock song, die "Psychedelic Journey Pt.1" als achterkant had, uit van The Mystic Tide uit Woodbury, Long Island.
Caeser & His Romans uit Buffalo maakten in 1967 voor het GJM Music label de single "Why Make A Fool Of Me" / "Green Grass Makes It Better", een garagerock song.
In 1968 maakten The Trashing Butterflies Of Divine Happiness uit Plainview, Long Island het geweldige nummer "Poor Boy, Happy Boy", dat de B-kant zou moeten worden van het 10 minuten durende "Destruction" (zie GF-252) en deze 2 songs werden samen met 2 andere songs in de Ultrasonic Studios te Hempstead opgenomen, maar helaas nooit uitgebracht.
Uit Bayside, Queens, kwamen the Inkeepers, die in 1966 de single "Never Should Have Done It" / "Wanted", een psychedelische pop song, via het Galiko label zagen verschijnen en in dat zelfde jaar verscheen ook de single "Love Me Girl" / "Close That Door", een heerlijke garagaerock song van The Tigermen uit Olean via het Buff label.
Canaltown bracht in 1967 de single "My Rights", een prima poprock song met "I Want Your Love" uit van The Acoustics uit Palmyra.
The Omen uit Lake Mahopac maakten in 1967 de psychedelische single "Once Upon A Taste" / "Melancholy Moonlight Minded Dreamer", die via Ascot verscheen.
Ook psychedelisch is het instrumentale "The Morning After" van The Brotherhood Of Soul uit New York City, dat via Goldbug verscheen en "Save Me" als achterkant had.
Een vrolijk stukje poprock komt van The Shakespeare's uit Manhassett en Port Washington, Long Island, met het nummer "I Like You", dat "The Writing's On The Wall" als andere kant had en door Gladhamp uitgebracht werd.
The Edge Of Darkness maakten een mix van soul en psychedelische pop in "Mean Town" dat in 1968 via het Jamie label uitgebracht werd en "So Many Years" als B-kant had.
"Secundary Man" uit 1967 is een lekker klinkende pop song met "Say You Love Me" als achterkant en dit werd door The Rogues uit Buffalo via Thunderbird uitgebracht.
The Hatchet Men brachten in 1964 de geweldige single "I'll Give You Love", gemaakt naar Brits voorbeeld en "I Must Be In Love" via het Comet label, uit.
Psychedelische klanken hoor je in "Trip With Me" uit 1967, dat door Tides In uit Woodside via het Sanfris label verscheen en "Go Away From My Door" als B-kant had.
In 1966 verscheen "Careless Love", een swingende mix van pop en psychedelische rock via het Jerand label, van de uit Buffalo afkomstige band Humphrey & The Palookas, dat "Then I'll Be Sure" als ander kant had.
Uit Mattydale en North Syracuse kwamen The Great Lakes, die in 1966 de single "We'll Build Our Own Kind Of Love", een gargagerock song met "Dangerous Sue McGrew" als B-kant, via het Claridge label uitbrachten.
The Sting-Rays Of Newburgh kwamen uit Newburgh en brachten in 1967 de single "If I Needed Someone" / "Fool", een garagerock song, via het Columbia label uit.
"On The Edge" van The Majic Ship uit Brooklyn verscheen in 1969 bij het Crazy Horse label en had "And When It's Over" als B-kant (zie GF-215).
Ajax bracht in 1966 "Home Type Girl" /  "There's A Girl Down The Way", een aardige pop song, van de uit Bronx afkomstige band The Overtones uit.
In 1967 verscheen "Leaves Of Nelle Naiviv" /  "Strawberry Pie Lounge", een heerlijk psychedelische pop song, via het Taurus label van  Soundpeace.
The Ascendors maakten in 1966 de single "My Friend" / "I Won't Be Home", een lekkere garagerock song, die door het Lee label werd uitgebracht en dat jaar verscheen ook de single "The Raven" / "Crack In My Wall", een garagerock song, van The Yo Yo's uit New York City via het Coral label.
Net als de andere Psychedelic States uitgaven, is dit weer een fantastisch product geworden met heerlijke sixties muziek, dus een aanrader voor de liefhebbers.

vrijdag 7 september 2012

Review: Skyfarmer - Amazing Grace

Gear Fab 2002-(GF-191)

Skyfarmer ontstond nadat Mountain Bus uit Chicago, die in 1971 de LP "Sundance" had uitgebracht, uit elkaar was gegaan.
Sologitarist Bill Kees vormde samen met ex- Mountain Bus collega Graig Takehara - basgitaar de eerste formatie van Skyfarmer, waarin verder Lee Butch - zang, Stan Kane, Jimbo Walsh en Kim Gitlis zaten.
Skyfarmer was niet alleen een band, ze vormden ook een commune onder dezelfde naam, die op het terrein van een oude tabaks-farm in de bergen van Wisconsin woonden, ongeveer 100 kilometer van Madison, Wisconsin.
Langzamerhand sloten zich steeds meer mensen zich bij deze commune aan en in de band deden zich verscheidene wisselingen voor, zodat de uiteindelijke bezetting bestond uit: Bill Kees - sologitaar, Graig Takehara - basgitaar, Woody Sims - drums (allen ex Mountain Bus), Elliott Delman - slaggitaar, Ernest Mansfield - fluit, saxofoon en keyboards en Annie Hat - zang (allen ex Mormos Band).
Deze combinatie zorgde voor een unieke stijl, want Mountain Bus speelde hardrock / blues en the Mormos Band speelde folk en Skyfarmer maakte een mix van deze stijlen.
Na enige onenigheid met andere leden van de commune, de gewelddadige dood van hun manager Skeets Millard en omdat enkele bandleden trouwden ging Skyfarmer begin 1975 uit elkaar.
De nalatenschap van Skyfarmer bestaat uit enkele demo en live opnamen uit de periode 1973 - 1975. 
Het eerste nummer dat te horen is, heet "Okooch Farewell", een demo opname uit 1974, waarin de band een heerlijke mix weet te maken van folk, jazz en rock, die gevolgd wordt door een live opname uit 1974 getiteld "Torch Poem", een prima folkrock song met country invloeden.
Dan volgen er 4 live songs uit 1975, die alle vier tijdens hun optreden in the Amazing Grace opgenomen zijn waarop Rocko Jans - piano en Joe Haboo Texidor - percussie als gastmuzikanten meespelen en de eerste daarvan heet "No Babe", een fantastische swingende mix van jazzrock, progressieve rock en pop.
Daarna volgt "One Good Man", een lekker klinkende ballad, gevolgd door het bijna 20 minuten durende "Playboy After Dark", dat met een swingend blues ritme begint, die langzaam over gaat in een progrock song met jazz invloeden en de band improviseerd er hierin heerlijk op los.
De laatste van de Amazing Grace opnamen is een swingend jazzy nummer met zuid Amerikaanse invloeden en heet "Senorita".
Vervolgens staan er twee demo's uit 1973 op de CD, te beginnen met "Out Of Hand", een blues song met folk en pop invloeden, gevolgd door "Nobody's Wife", een goede pop song.
"Mountain Bus" is een swingende mix van jazz, blues en pop en de enige single van de band, die in 1973 uitgebracht werd, die gevolgd wordt door de enige cover, een live gespeelde versie van het Merle Haggard nummer "Working Man's Blues", een schitterende blues song, die swingt als een trein.
Als laatste staat er een introductie van de band op de CD, waar het publiek ook bij betrokken wordt.
De CD "Amazing Grace" van Skyfarmer bevat heerlijke muziek, die door liefhebbers zeker op waarde geschat zal worden en wat mij betreft is dit dan ook: een aanrader!